grammatica

grammatica
Les 1 en 2
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

grammatica
Les 1 en 2

Slide 1 - Slide

Pak een boek!





Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.
Ze leest vaak interessante boeken.
Je houdt van klassieke muziek.
Zij speelt graag met haar vrienden.
We gaan morgen naar het museum.
Hij moet morgen niet werken.
Zij heeft een mooie collectie schilderijen.
Ik ga op de bank televisie kijken.



User

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat gaan we doen?
-woordvolgorde
-uitleg zijn en hebben
-oefenen met werkwoorden zijn en hebben (boekje)
-Taalmenu; magister oef 1 t/m 6 (thuis)
-morgen toets!

Slide 9 - Slide

Wat gaan we leren?
-woordvolgorde
- werkwoorden zijn en hebben

Slide 10 - Slide

Wie? Wat? Waar? Wanneer?
Peter leest een boek op school elke ochtend.
Wie? Peter
Wat doet hij? Leest een boek
Waar?  Op school
 Wanneer? elke ochtend

Slide 11 - Slide

Zet in de goede volgorde (ww disk)



schoonmaken mijn huis morgen  ik

Slide 12 - Slide

Goede antwoord
Ik maak mijn huis schoon morgen.
Ik maak morgen mijn huis schoon.
Ik maak mijn huis morgen schoon.
Morgen maak ik mijn huis schoon.

Slide 13 - Slide

Zet in de goede volgorde
 in Balk fietsen huren wij bij de fietsermaker

Slide 14 - Slide

Goede zin
Wij huren fietsen bij de fietsenmaker in Balk.
Bij de fietsenmaker in Balk huren wij fietsen.

Slide 15 - Slide

Zet in de goede volgorde.
 jouw boeken jij opruimen vandaag

Slide 16 - Slide

Goede zin
Jij ruimt jouw boeken op  vandaag.
Vandaag ruim jij jouw boeken op.

Slide 17 - Slide

Zet in de goede volgorde.
verzamelt mijn broertje plaatjes van voetballers

Slide 18 - Slide

Goede zin
Mijn broertje verzamelt plaatjes van voetballers.

Slide 19 - Slide

Zet in de goede volgorde.
nieuwe kleren passen ik ga morgen

Slide 20 - Slide

Goede zin
Morgen ga ik nieuwe kleren passen.
Ik ga nieuwe kleren passen morgen.
Ik ga morgen nieuwe kleren passen.

Slide 21 - Slide

Werkwoorden; zijn en hebben

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Aan de slag
-maak de oefeningen met "zijn" en "hebben"
-nakijken "zijn" en "hebben"
-maak de oefeningen van taalmenu 1,2,3,4,5,6 ( 2x) magister
-Eenvoudige grammatica

Slide 25 - Slide

Eenvoudige grammatica
Maak les 10 oefening 27 t/m 32
Maak les 11 oefening 33,34
Maak les 12 oefening 35,36
Maak les 23 oefening 72,73,74 (nakijken)
Maak les 24 oef 75 (nakijken)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

Eenvoudige grammatica
Les 25 (te...)
Les 26 (scheidbare woorden)
Les 27 (voltooid deelwoord)
Les 28 (voltooid deelwoord d of t)
les 29,30,31,32,33,34,35,36

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Huiswerk
-Disk; grammatica online werkwoorden
grammatica; werkwoorden 2.1 t/m 2.20/25

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Slide 33 - Video

Wat zijn de lidwoorden?

Slide 34 - Mind map

Zelfstandige naamwoorden(en lidwoord)

Slide 35 - Mind map

Werkwoorden

Slide 36 - Mind map

huiswerk
-maken Disk; grammatica; werkwoord 2.1 t/m 2.20
-leer de woorden (papier)

Slide 37 - Slide

Klare taal
Les 5,
Les 11,
Les 13,14,15,
Les 28

Slide 38 - Slide