Herhaling poëzie

Herhaling poëzie vwo 6
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvwoLeerroute VLeerjaar 6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling poëzie vwo 6

Slide 1 - Slide

Herman Gorter
1864-1927

Slide 2 - Slide

Bij welke literaire beweging hoorde Herman Gorter?
A
Een nieuw geluid
B
De zeventigers
C
Het impressionisme
D
De tachtigers

Slide 3 - Quiz

Kenmerken tachtigers?

Slide 4 - Mind map

Poëzie is de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie.
Om die allerindividueelste expressie te geven, volstaat de huidige taal soms niet. De tachtigers gebruikten daarom veel neologismen (woorden die ze zelf bedachten of samenstelden).
Poëzie draait om de schoonheid van de kunst, niet om het nut ervan.
Het is leespoëzie en niet bedoeld om in gezelschap voor te dragen. Je moet het zien en meerdere malen lezen om het goed te snappen, dat lukt niet als je het één keer hoort. Het is ook niet voor een groot publiek geschreven (de dichters richtten zich op een klein publiek van ingewijden, intellectuelen, kenners).
Poëzie keert de maatschappij de rug toe, het is puur individualistisch. De dichter heeft geen behoefte de maatschappij te verbeteren, maar wil er gewoon niet bij horen (dichter in ivoren toren).
De natuur vormt een grote bron van inspiratie.
De vorm van het gedicht kon vrij zijn, maar de dichter kon ook kiezen voor de vaste vorm van het sonnet.

Slide 5 - Slide

Welke term past bij deze strofe van Herman Gorter?
"O ja, ik hou van je,
ik hou zo vrees’lijk van je,
ik wou het helemaal zeggen –
Maar ik kan het toch niet zeggen."
A
sonnet
B
elisie
C
enjambement
D
alliteratie

Slide 6 - Quiz

Slauerhoff
  • traditie
  • Scheepsarts
  • Expressie van gevoel in gedichten
  • Verlangen & romantisch lijden-> onvrede met werkelijkheid

Slide 7 - Slide

Wat past niet bij Slauerhoff?
A
Scheepsarts
B
Dadaïsme
C
Neoromantiek
D
Gekwelde dichter

Slide 8 - Quiz

Bij welke stroming hoort Slauerhoff?
A
Neo-romantiek
B
Modernisme
C
Nieuwe Zakelijkheid

Slide 9 - Quiz

Kenmerken neoromantiek?

Slide 10 - Mind map

Neoromantiek


Reactie op het realisme en naturalisme
Grote gevoelens in de kunst
Weg van de realiteit
Eigen innerlijk centraal/ eigen ik in het middelpunt van de belangstelling
Plaats van de kunstenaar tegenover de wereld, de liefde en de dood
Geen experimentele uitdrukkingsmogelijkheden
melancholie

Slide 11 - Slide

Weet je nog hoe deze 'Vijftiger' heet?
A
Bertus
B
Ludo
C
Lucebert
D
Berteluce

Slide 12 - Quiz

Ik heb in het gras mijn wapens gelegd
en mijn wapens gaan geuren als gras
Ik heb in het gras mijn lichaam gelegd
mijn lichaam is geurig als hout bitter en zoet
(Lucebert)
A
Tautologie
B
Herhaling
C
Parallellisme
D
Opsomming

Slide 13 - Quiz

Welke strofevorm?
regen beweegt het blad
dronkenschap mijn tong
(Lucebert)
A
Kwatrijn
B
Kwintet
C
Districhon
D
Terzine

Slide 14 - Quiz

Kenmerken vijftigers?

Slide 15 - Mind map

Poëtica van de Vijftigers
Dichten gaat om ervaren, niet om schoonheid van het gedicht.
De regels voor grammatica, interpunctie en spelling worden overboord gegooid.
Een gedicht hoort niet in een vaste, bestaande vorm gegoten te worden.
Spontaniteit was belangrijk voor een dichter: vrije associatie.
Klank was zeer belangrijk
Semantische samenhang mocht worden losgelaten -> verlangen naar een nieuwe oertaal
Klank soms belangrijker dan betekenis

Slide 16 - Slide

impressionisten
expressionisten
vaste vormen 
zoals rijm, metrum en strofebouw 
vrije vers
krachtige, persoonlijke 
ervaring van de werkelijkheid
zo direct en spontaan mogelijk
loslaten traditionele vormen
(typografische experimenten)
impressie van de werkelijkeid
Onderwerpen en beeldspraak vaak ontleend uit de natuur

Slide 17 - Drag question

Ramsey Nasr

Slide 18 - Slide

Wat is een sonnet?
A
Een 14-regelig gedicht, met 2 katrijnen en 2 terzetten
B
Een lofdicht met 10 of 8 lettergrepen
C
Een versvorm, met 3 strofes van 8 regels en 1 strofe van 4 regels
D
Een zeer persoonlijk genre

Slide 19 - Quiz


Welk stijlfiguur vind je terug in het gedicht
'Mi have a droom' van Ramsey Nasr?
A
opsomming
B
overdrijving
C
ironie
D
tegenstelling

Slide 20 - Quiz

Podiumpoëzie?

Slide 21 - Mind map

Podiumpoëzie
Poëzie wordt al eeuwen voorgedragen
Voordrachtskunst inmiddels volledige tak van sport
Door het internet alle middelen om je werk te verspreiden
Wedstrijden poetry slam
Bekendheid begint vaak op het podium, daarna de bundel
Scheidslijn tussen poëzie en songtekst is dun
Ritme is belangrijk
Hechte klankstructuur (assonantie, alliteratie)
Algemene onderwerpen als de liefde maar ook maatschappelijk betrokken
Heldere toegankelijke poëzie

Slide 22 - Slide

Begrippen

Slide 23 - Slide

Sleep de uitspraken naar het juiste vak. Is er in de zinnen sprake van beeldspraak of een stijlfiguur?
Beeldspraak
Stijlfiguur
Zo koppig als een ezel.
Voetbal is oorlog.
In Nederland regent het 29 van de 30 dagen.
O als ik dood zal, dood zal zijn
Kom dan en fluister, fluister iets liefs

Slide 24 - Drag question

Sleep onderstaande uitspraken naar het juiste stijlfiguur
Eufemisme 

Understatement

Ironie 

Sarcasme

I'''m not amused, zei queen Elisabeth als ze pislink was 
Oh ja, want natuurlijk is het mijn schuld dat we te laat zijn
r valt wat regen, zei de vrouw tijdens de hoosbui 
Wat een feest, de wifi doet het weer niet!
Ja, want jij bent altijd zo behulpzaam.
Hij is financieel niet zo sterk.
Natuurlijk, ik heb zeeën van tijd om jouw werk ook te doen.
Aardig stukje rennen, zei de man over de 42 km die hij af moest leggen

Slide 25 - Drag question

Van welke beeldspraak is hier sprake? Er hangt een Rembrandt in de volgende zaal.
A
metonymia
B
synesthesie
C
personificatie
D
metafoor

Slide 26 - Quiz


D. Voor wie dit leest
A
vergelijking
B
metafoor
C
synesthesie

Slide 27 - Quiz

Karel, een echte angsthaas, was snel weg.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 28 - Quiz

Tijdens de storm stoeide de wind met de bladeren.
A
metafoor
B
synesthesie
C
personificatie
D
vergelijking

Slide 29 - Quiz

Mijn gevoel over de poëzietoets (laatste toets voor het vak Nederlands)
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll