licht

• Kunst
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

licht

Zonder licht geen.....

• schaduw. Denk aan plasticiteit, licht donkercontrast en clair-obscur.
• reflectie. Zoals glans of glimlicht.
• sfeer. Zoals een mysterieuze sfeer in het avondlicht of een ontspannen sfeer in het ochtendlicht.

Lichtval omschrijven

Als je de lichtval omschrijft omschrijf je 4 verschillende aspecten. namelijk:

• Lichtbron:  Natuurlijk licht ( elektrisch, gaslamp kaars) of kunstlicht.
• Reflectie: De weerkaatsing van licht. Zie je bijvoorbeeld ergens een lichtweerkaatsing in een raam, glas of muur.
• Lichtsterkte: getemperd licht (klein contrast tussen licht en donker), direct licht (ook wel overbelicht en uit 1 richting), diffuus licht (geen duidelijk lichtbron).
  
• Lichtrichting: meelicht, tegenlicht, zijlicht, schuin boven licht etc.

Lichteffecten omschrijven

• Schaduw: slagschaduw, eigen schaduw, kernschaduw en halfschaduw.
• Vervaging: dit is verdeeld in kernschaduw (donkerste deel van de schaduw) en de halfschaduw (lichter deel van de schaduw voordat de schaduw verdwijnt).
• Plasticiteit: ruimtesuggestie in een realistisch werk. Dit wordt gemaakt door schaduw.
• Sfeer: oproepen van spanning of rust door licht. Voorbeeld: felle contrasten tussen licht en donker zorgen voor een dramatische sfeer. 
• Strijklicht: Het licht strijkt met het object mee.
• Clair-obscur: Overdreven contrast tussen licht en schaduw. Het hoofdonderwerp is vaak extreem in het licht.
• Glimlicht: een glimmende vlek die vooral op glanzende oppervlakken zichtbaar is.

vragen en opdrachten

In de volgende dia's zie je vragen en opdrachten over lichtval en lichteffecten. Omschrijf alleen dat waarnaar gevraagd wordt.

Omschrijf de lichtval van het schilderij uit de vorige dia.

Reflectie: Maak een foto van jezelf of een voorwerp waar reflectie op te zien is. Plaats die foto hier.

lichtsterkte: Maak een foto van getemperd licht en een foto van direct licht. Upload de foto's hier.

Lichtrichting: Gebruik een lamp en een voorwerp. Maak een foto met tegenlicht en een foto met zijlicht.

Omschrijf de lichtval van de vorige afbeelding.

Op welke van de vorige twee afbeeldingen is duidelijk plasticiteit zichtbaar. Leg dit uit.

Glimlichten verhogen de plasticiteit in een schilderij of tekening. Leg uit hoe glimlicht is toegepast in de vorige afbeelding.

Maak nu zelf een foto waarop duidelijk glimlichten te herkennen zijn.

Lichteffecten: Omschrijf de lichteffecten van het schilderij in de vorige dia. Gebruik in je antwoord de termen schaduw en sfeer.

Lichteffect: omschrijf het lichteffect op het schilderij van vorige dia.

Omschrijf de term clair-obscur en zoek hier een foto bij van het internet. Welke sfeer heeft de foto?

strijklicht: Omschrijf de term strijklicht aan de hand van vorige afbeelding.