2018-II tekst 2 extra examentraining

Tekst 2 2018-II (blz. 207)
Laat de brutalen niet voordringen

Wat zegt de titel ons?
Wat weten we over de schrijver?
Bekijk de voetnoten

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tekst 2 2018-II (blz. 207)
Laat de brutalen niet voordringen

Wat zegt de titel ons?
Wat weten we over de schrijver?
Bekijk de voetnoten

Slide 1 - Slide

Tekst 2 2018-II (blz. 207)
Lees de tekst nu alinea voor alinea en markeer/noteer in de kantlijn.

We nemen hem zo samen nog eens door.
We behandelen zo nog even wat theorie voordat we naar de vragen gaan.




Slide 2 - Slide

Theorie blz. 36 De tekstsoorten
Informatieve tekst / de uiteenzetting
Een tekst waarin de schrijver iets uitlegt, beschrijft, verklaart of mededeelt.
Betogende tekst/ het betoog
Een tekst waarin de schrijver een duidelijk standpunt inneemt en dat standpunt met argumenten onderbouwt.
Beschouwende tekst/ de beschouwing
Een tekst waarin de schrijver de lezer interpretaties, verklaringen en opinies ter overweging aanbiedt.

Slide 3 - Slide

Theorie blz. 38. Citeren en met eigen woorden
Citeren – (eerste twee en laatste twee woorden, noteer ook zinsregels)

Wat moet je citeren?       (Wat is een woordgroep?)
Neem de spelling juist over
Met eigen woorden (je mag belangrijke termen overnemen, maar niet hele zinsdelen)
Aantal woorden wordt vaak gegeven
Eerst in het klad en ook hier wordt op spelling getoetst!



Slide 4 - Slide

Waar in de tekst kijk je voor de tekstsoort/het tekstdoel?
De titel
De inleiding
(eventuele tussenkopjes > zie vragen)
Het slot
Een neutrale samenvatting > uiteenzetting
Een keuze voor de lezer > beschouwing
De schrijver probeert je te overtuigen/standpunt > betoog


Slide 5 - Slide

Aan de slag 
Maak de vragen bij tekst 2 2018-II (blz. 207)

We bespreken ze straks samen.

Slide 6 - Slide

vraag 17

Slide 7 - Open question

vraag 18

Slide 8 - Open question

vraag 20

Slide 9 - Open question

vraag 23

Slide 10 - Open question