Uiteenzetting, beschouwing en betoog

Uiteenzetting
Een uiteenzetting is bedoeld om de lezer te informeren: een bepaald onderwerp wordt objectief uitgewerkt. In een uiteenzetting staan meestal veel feiten en toelichtingen of voorbeelden. De hoofdgedachte van een uiteenzetting is vaak een constatering (= de vaststelling van een feit of een verschijnsel), bijvoorbeeld: ‘Technische studies zijn hun nerd-achtige imago kwijtgeraakt.’
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Uiteenzetting
Een uiteenzetting is bedoeld om de lezer te informeren: een bepaald onderwerp wordt objectief uitgewerkt. In een uiteenzetting staan meestal veel feiten en toelichtingen of voorbeelden. De hoofdgedachte van een uiteenzetting is vaak een constatering (= de vaststelling van een feit of een verschijnsel), bijvoorbeeld: ‘Technische studies zijn hun nerd-achtige imago kwijtgeraakt.’

Slide 1 - Slide

Betoog
Een betoog is bedoeld om te overtuigen: de schrijver wil dat de lezers zijn mening (standpunt) over een bepaalde kwestie overnemen. Die mening is ook de hoofdgedachte van de tekst, bijvoorbeeld: ‘Tweede Kamerleden die uit hun fractie stappen, moeten hun Kamerzetel afstaan.’ De auteur geeft argumenten voor zijn standpunt en soms weerlegt hij argumenten die de lezers tegen zijn standpunt kunnen inbrengen.

Slide 2 - Slide

Een beschouwing
Een beschouwing is bedoeld om te opiniëren: de auteur wil zijn lezers zelf over iets laten nadenken, zodat ze zich er een mening over kunnen vormen. De hoofdgedachte van een beschouwing is dan ook vaak een formulering als ‘Hoewel de geleerden het erover eens zijn dat er iets moet gebeuren om de wereldbevolking van voedsel te voorzien, zijn de meningen verdeeld over wat dat dan precies moet zijn.’

Slide 3 - Slide

Welk tekstdoel hoort bij welke tekstsoort?
informeren
Overtuigen
Opiniëren
Uiteenzetting
Betoog
Beschouwing

Slide 4 - Drag question

De schrijver wil zijn lezers zelf over iets na laten denken, zodat ze zich er een mening over kunnen vormen.
Deze omschrijving hoort bij een...
A
uiteenzetting
B
betoog
C
beschouwing

Slide 5 - Quiz

De hoofdgedachte van een uiteenzetting is vaak een constatering (=vaststelling van een feit of een verschijnsel).
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Uiteenzetting, beschouwing, betoog?

Kijk naar:
1. tekstdoel (informeren, opiniëren of overtuigen)
2. hoofdgedachte (constatering, mening/standpunt, twijfel)
3. Tekststructuur  (H1, par 3) ->

Slide 7 - Slide

Wat zou er gebeuren als Amalia wil trouwen met een vrouw? Zouden er andere problemen zijn in andere monarchieën (Jordanië, Thailand)?

Deze hoofdgedachte past bij een ...
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 8 - Quiz

De snelheid op autowegen moet weer omhoog naar 120 kilometer per uur.
Deze hoofdgedachte past bij een ...
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 9 - Quiz

Hoewel de signalen dat we op het klimaat moeten letten duidelijk zijn, zijn er toch nog veel mensen die hier geen gehoor aan geven.
Deze hoofdgedachte past bij een ...
A
Beschouwing
B
Betoog
C
Uiteenzetting

Slide 10 - Quiz

Er worden steeds meer maatregelen bedacht om het gebruik van plastic tegen te gaan.
Deze hoofdgedachte past bij een ...
A
Beschouwing
B
Betoog
C
Uiteenzetting

Slide 11 - Quiz

Tekst 1:
Dit is een ...
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 12 - Quiz

Tekst 2:
Dit is een ...
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 13 - Quiz

Tekst 3:
Dit is een ...
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 14 - Quiz

Ik begrijp het verschil tussen een betoog, uiteenzetting en beschouwing nu helemaal.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll