Er kunnen zowel
objectieve als
subjectieve argumenten worden gebruikt om een standpunt te verdedigen. Objectieve argumenten zijn controleerbaar en daarmee waar of niet waar. Subjectieve argumenten zijn niet-feitelijke uitspraken die in meer of mindere mate aannemelijk zijn. Ze zijn meestal zwakker dan objectieve argumenten en makkelijker te weerleggen.
Let bij een discussie of debat ook op de tegenargumenten: dat zijn argumenten om aan te tonen dat een standpunt of argument onjuist is.
Argumenten volgen vaak op signaalwoorden als: want, omdat, vanwege, daarom, aangezien, dus.