modale werkwoorden

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2

Liebe Leute,

das Programm für...

• Lernziele
• Wiederholung Grammatik
• Üben mit Grammatik
• An die Arbeit

Lernziele

Am Ende der Stunde:

• kan ik de modale werkwoorden in het Duits goed gebruiken
• Heb ik een deel van mijn huiswerk af (of helemaal). 

& wissen

Modalverben

(Seite 79 im Buch)

Dürfen wir hier parken?

Können Sie mir helfen?

Mögen Sie diese Musik?

Wir müssen gehen.

mogen

kunnen

houden van

moeten

Welke persoonlijke voornaamwoorden krijgen géén uitgang bij Modalverben?

1. Wir und Sie
2. Ihr und Er/sie/es
3. Ich und Wir
4. Ich und Er/sie/es

...................... ihr die Modalverben bilden?

1. Könnt
2. Könnte
3. Konntet
4. Könntet

modale werkwoorden
Hunde _____ mit in diesen Park.

1. darf
2. darfst
3. dürfen
4. dürft

modale werkwoorden
In Restaurants _____ er auch mit Kreditkarte zahlen.

1. kann
2. kannst
3. können
4. könnt

Modale werkwoorden
_____ Sie wie spät es ist?

1. weiß
2. weißt
3. wissen
4. wisst

Welche Aussagen stimmen (kloppen)?
Modale werkwoorden...

1. ...hebben in enkelvoud een andere klinker
2. ...zijn in meervoud regelmatig
3. Ich + du hebben geen uitgang
4. A+B+C kloppen allemaal.

Hausaufgaben 

K3 L4 Nr. 11

K3 L5 Nr. 12

Geschafft?

Am Ende der Stunde:

• kan ik de modale werkwoorden in het Duits goed gebruiken
• Heb ik een deel van mijn huiswerk af (of helemaal). 

Was ist die Übersetzung von 'politie'?

01:08

Wat betekent 'Stuten oder Wallachen'?

1. zwart of wit
2. merrie of hengst [ruinen]

02:20

Wie alt ist Karlo?

1. drei
2. vier
3. fünf

04:10

Wat is het doel van de training?

1. dat de paarden goed kunnen springen
2. laten wennen aan ongewoone situaties
3. goede conditie

09:15

Waarom klapt hij met hout op elkaar?

1. Hij wil de paarden laten schrikken
2. Dat betekent dat de volgende oefening komt
3. Hij wil ze aan het geluid laten wennen

11:01

Wo ist Anna?

1. In England
2. In München
3. In Hamburg

12:23

Wat kost 10 euro boete?

1. dat Anna door het park fietst
2. dat Anna oordopjes in heeft
3. dat zij de helm verkeerd op heeft

13:47

Ich habe .... Fragen richtig beantwortet!

1

2

3

4

5

6

Ik kan de modale werkwoorden correct gebruken en vervoegen in het Duits

JA ZEKER!

BIJNA HELEMAAL

NIET ECHT!

HELEMAAL NIET, VET MOEILIJK!

IK HEB MIJN HUISWERK AF

JA, HELEMAAL

BIJNA HELEMAAL

NOG LANG NIET

HELEMAAL NIET

auf Wiedersehen