Klas 1 week 48 les 2 2023

                            Lesdoelen (buts)


Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met eten/drinken!

Luisteren - Opschrijven - Leren
Geluidsniveau: STIL
Wat ga je doen?
Ga naar in het digitale lesmateriaal naar Chapitre 2 
Naslag - Preview - Arrêt chapitre 2
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
 Les nombres de 20 à 100  op
per 5, luisteren en leren en dan de volgende 5
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

                            Lesdoelen (buts)


Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met eten/drinken!

Luisteren - Opschrijven - Leren
Geluidsniveau: STIL
Wat ga je doen?
Ga naar in het digitale lesmateriaal naar Chapitre 2 
Naslag - Preview - Arrêt chapitre 2
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
 Les nombres de 20 à 100  op
per 5, luisteren en leren en dan de volgende 5

Slide 1 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Check leerwerk weektaak
- Weet ik waar ik de informatie over inleveropdracht schrijfvaardigheid (SV) kan vinden en waar ik deze opdracht moet inleveren.
- Weet ik hoe ik de ontkenning gebruik in het Frans




Slide 2 - Slide

Weektaak vorige week
Leerwerk:
* Schrijf op het blaadje welke woorden je kent rondom het thema eten & drinken

* Schrijf het hele rijtje persoonlijke voornaamwoorden op + vertaling in het Frans & en de uitgangen van de werkwoorden op -er

Slide 3 - Slide

Voorbeelden woorden rondom eten & drinken

la boulangerie - de bakkerij
le croissant - de croissant
la baguette - het stokbrood
le fromage - de kaas
faire les courses - boodschappen doen
j’ai faim - ik heb honger       j’ai soif - ik heb dorst
Schrijf deze woorden op in jouw persoonlijke woordenlijst

Slide 4 - Slide

Uitleg quickscan vocabulaire

Éen van de onderdelen is de quickscan vocabulaire
Hiervoor maak je een persoonlijke woordenlijst rondom thema's
Op de toets word je gevraagd om de woorden van deze thema's Frans-Nederlands op te schrijven.

Slide 5 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
Spreekvaardigheid : zie PC G pagina 86
* Geluidsniveau: buurstem
* Wissel steeds van rol
* Vervang de cursief gedrukte woorden door andere woorden (blz 92-93)
2 x gesprekje geoefend: ga aan de slag met de weektaak

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Spreekvaardigheid
1. Wat moet je doen? Je voert het gesprekje en wisselt van rol.
2. Hoe moet je dat aanpakken? Gebruik de PC G van chap.2
3. Hulp, bij wie en waar? Bij de klasgenoot die naast je zit of je steekt je hand op dan komt de docent: geluidsniveau: buurstem
4. Tijd, hoeveel krijg je?  5 minuten 
5. Uitkomst, wat doen we ermee? Vervolg in portfolio
6. Klaar, wat ga je doen? Weektaak maken/leren

Slide 8 - Slide

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak
Maken van de oefeningen en/of leren van de vocabulaire
In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 9 - Slide

Gekoppeld Daltonuur
* Je blijft op jouw plaats zitten en gaat met de weektaak Frans aan de slag
* Heb je een vraag: stel deze aan jouw klasgenoot naast je 
* Weet jouw klasgenoot naast je het antwoord ook niet, vraag de docent.
* 1 leerling bij de docent, blijf op jouw plaats wachten
* Klaar met de weektaak? Kom langs bij de docent

Slide 10 - Slide

Gekoppeld Daltonuur
* Je blijft op jouw plaats zitten en gaat met de weektaak Frans aan de slag
* Heb je een vraag: 
* 1 leerling bij de docent, blijf op jouw plaats wachten

* Klaar met de weektaak? Kom langs bij de docent

Slide 11 - Slide