Evolutie

1 / 24
next
Slide 1: Video
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

H9: Erfelijkheid
Tree of life:
stamboom van al het leven op aarde

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Je kent verschillende theorieën die het ontstaan van het leven en de soortenrijkdom verklaren
Je kent de uitgangspunten van de neodarwinistische evolutietheorie
Je kunt beschrijven hoe men de evolutie van de mens onderzoekt





Slide 4 - Slide

Evolutie
Evolutie: Het graduele proces waardoor de huidige diversiteit van en plantaardig en dierlijk leven ontstond uit de vroegste en meest primitieve organismen.

Dit betekent dat de huidige soorten zijn ontstaan uit (gemeenschappelijke) voorouders





Slide 5 - Slide

Evolutie - tree of life

Slide 6 - Slide

Aanwijzingen voor evolutie
Rudimentaire organen – (vb palmaris longis)

Slide 7 - Slide

Aanwijzingen voor evolutie
Vergelijkbare embryonale ontwikkeling van verschillende soorten 
– welke dieren zijn dit?

A      B      C       D        E      F

Slide 8 - Slide

Aanwijzingen voor evolutie
Vergelijkbare bouw van verschillende soorten

Slide 9 - Slide

Aanwijzingen voor evolutie
Fossielen

Slide 10 - Slide

Aanwijzingen voor evolutie
Dezelfde basisstructuren in alle levensvormen (DNA, eiwitten, membranen)

Slide 11 - Slide

Evolutietheorieën
Creationisme: alle levende 
wezens zijn door God 
geschapen

Slide 12 - Slide

Evolutietheorieën
Catastrofe theorie (Cuvier, 1768-1832)
Paleontoloog (fossielen onderzoek).
Verklaarde de aanwezigheid van
verschillende soorten in verschillende
aardlagen door catastrofes, steeds opnieuw
ontstaan van leven.

Slide 13 - Slide

Evolutietheorieën
Lamarckisme (Lamarck,1744-1829)
Verworven eigenschappen tijdens het leven
worden doorgegeven aan de volgende
generatie.

Slide 14 - Slide

Evolutietheorieën
Darwinisme (Darwin, 1809-1882)
Een individu past zich niet aan, maar leeft 
langer door gunstige eigenschappen 
en plant zich meer voort...
luister naar het volgende verhaal



Slide 15 - Slide

Evolutietheorieën
Darwinisme (Darwin, 1809-1882)
Survival of the fittest en Struggle for life in
boek “On the origin of species“.

Evolutie is een proces waarbij erfelijke
eigenschappen binnen een populatie
veranderen in de loop van de generaties als
gevolg van genetische variatie, voortplanting
en natuurlijke selectie.



Slide 16 - Slide

Evolutietheorieën
Evolutiotheorie (Wallace , 1823-1913)
Vergelijkbaar met die van Darwin maar hij 
dacht dat er bij de evolutie van de mens wel
ingrijpen van een hoger wezen was geweest.

Slide 17 - Slide

Natuurlijke selectie
  • gunstige genen
  • grotere overlevingskans
  • voortplantende nakomelingen
Individuen die het beste aangepast zijn aan het milieu hebben 
de grootste overlevingskans

SURVIVAL OF THE FITTEST

Slide 18 - Slide

Evolutietheorieën
Neodarwinisme 
De theorieën van Mendel (1822-1884) en de ontdekking van
DNA door Watson en Crick (1950) brachten de verklaring voor
de theorieën van Darwin.





Slide 19 - Slide

Ontstaan lange nek bij giraffes
Lamarck. De giraffe krijgt tijdens zijn leven een langere nek door het strekken van de nek naar hogere blaadjes. 

Darwin. De giraffen met de korte nek gaan dood, zodat er steeds meer giraffen komen met lange nekken (natuurlijke selectie)

  • Welk idee is juist? 
  • Vooral Darwin! Maar Lamarck ook bleek
      later door ontdekking epigenetica
Lamarck
een andere verklaring (theorie) dan Darwin

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

darwin vs Lamarc
Deze renners worden door veel trainen fit, maar zij kunnen deze fitheid niet doorgeven aan hun kinderen
Visie Jean-Baptiste Lamarck (1744-1829)
Als een organisme tijdens het leven verandert om zich aan te passen aan zijn omgeving, worden die veranderingen doorgegeven aan zijn nakomelingen. Hij zei dat verandering wordt aangebracht door wat de organismen willen of nodig hebben. Lamarck zei ook dat lichaamsdelen die niet worden gebruikt, zoals de menselijke appendix en kleine tenen, geleidelijk aan verdwijnen. Lamarck geloofde ook dat evolutie plaatsvindt volgens een vooraf bepaald plan en dat de resultaten al zijn vastgesteld

Visie Charles Darwin (1809-1882) 
Hij zei dat organismen, zelfs van dezelfde soort, allemaal verschillend zijn en dat degenen die toevallig variaties hebben die hen helpen om te overleven in hun omgeving, overleven en meer nakomelingen hebben. De nakomelingen worden geboren met de nuttige eigenschappen van hun ouders, en terwijl ze zich voortplanten, vormen mensen met die eigenschap meer van de populatie. Andere individuals, die niet zo goed zijn aangepast, sterven af. Darwin geloofde ook dat evolutie niet gebeurt volgens een of ander plan

Slide 22 - Slide

Neo-Darwinisme

Evolutietheorie wordt onderbouwd door 3 belangrijke feiten/bewijzen:

  1. Variatie in erfelijke eigenschappen
  2. Natuurlijke selectie
  3. Soortvorming door isolatie

Slide 23 - Slide

Variatie in het genotype
1. Geslachtelijke voortplanting

nieuwe paren/recombinaties van bestaande genen/eigenschappen

2. Mutaties

Slide 24 - Slide