This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken
Slide 1 - Slide
Welk deel is dit?
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg
Slide 2 - Quiz
Lees de tekst hiernaast:
De antistof tegen de receptor voor de neurotransmitter verstoort de impulsoverdracht.
Noteer de letter van het onderdeel in de afbeelding waaraan deze antistof zich hecht.
Slide 3 - Open question
Herhaling. In de hersenstam zullen voornamelijk schakelcellen liggen die te maken hebben met het (T1)
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Perifere zenuwstelsel
D
Centrale zenuwstelsel
Slide 4 - Quiz
Herhaling. Een impuls wordt overgedragen van cel op cel. Welke cellen kunnen dit zijn? (T1)
I - motorische zenuwcel op spiercel II - schakelcel op schakelcel III - motorische zenuwcel op schakelcel IV - schakelcel op sensorische zenuwcel
A
I en II
B
II en III
C
III en IV
D
I en IV
Slide 5 - Quiz
Herhaling. Aan welke zijde komen de sensorische zenuwcellen in het ruggenmerg? En aan welke zijde de motorische zenuwcellen? (T2)
A
Buikkant = sensorische
Rugkant = motorische
B
Buikkant = sensorische
Buikkant = motorische
C
Rugkant = sensorische
Buikkant = motorische
D
Rugkant = sensorische
Rugkant = motorische
Slide 6 - Quiz
Pupilreflex
Wordt gebruikt door artsen ter controle of iemand is overleden
Regelt de hoeveelheid licht in het oog
Leerdoelen: Leg uit welke delen van het zenuwstelsel een rol spelen bij de pupilreflex. Hiervoor moet je de onderdelen van het ZS kennen die horen bij een reflexboog
BRON: BINAS 88A, K en §4.6
Slide 7 - Slide
Succescriteria
je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: reflex, reflexboog, aangeleerde reflex, geconditioneerde reflex
je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken
BRON: BINAS 88A, 88K en §4.6
Slide 8 - Slide
Wat is het verschil tussen deze plaatjes?
Slide 9 - Slide
Wat is eigenlijk een reflex?
Slide 10 - Open question
Reflexen
Aangestuurd door autonome zenuwstelsel
Je noemt de weg die impulsen tijdens de reflex afleggen een reflexboog
Wat is de reden dat een reflexboog niet via de grote hersenen gaat? (T1)
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Video
Bij reflexen in het gezicht gaat de reflexboog niet via het ruggenmerg. Via welk onderdeel van het centraal zenuwstelsel gaan zulke reflexbogen? (R)
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg
Slide 16 - Quiz
Wanneer iemand staat, kan een hele kleine beweging tot gevolg hebben dat het lichaam iets naar voren helt. Dan worden de kuitspieren, die aan de achterkant van de onderbenen liggen, iets uitgerekt. Deze uitrekking veroorzaakt een reflex die leidt tot het samentrekken van deze kuitspieren. Hierdoor wordt de oorspronkelijke houding van het lichaam hersteld. Deze reflex heet de kuitspierreflex. Vijf delen van de reflexboog van de kuitspierreflex zijn: (1) een bewegingszenuwcel, (2) een schakelcel, (3) een gevoelszenuwcel, (4) een spier, (5) een spierzintuig In welke volgorde zijn deze delen bij het optreden van de kuitspierreflex betrokken?
Slide 17 - Open question
De zenuwen in deze afbeelding lopen naar de benen. Iemand heeft een laesie (breuk) in onderdeel 5. (T2)
a) Kan deze persoon pijn voelen? b) Kan deze persoon bewegen. c) Voor welk been geldt dit (L/R)?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Video
Soorten reflexen
Aangeboren reflexen - reflexen die niet aangeleerd hoeven te worden (pupilreflex)
Aangeleerde reflexen - reflexen die geleerd kunnen worden (fietsen)
Geconditioneerde reflexen - zijn reflexen of reacties die optreden op prikkels die eigenlijk niets met de prikkel te maken hebben
(pavlov-reactie)
Slide 20 - Slide
0
Slide 21 - Video
Bedenk een voorbeeld van een geconditioneerde reflex die jij of iemand in je omgeving hebt
Slide 22 - Open question
Veel reclames en bedrijven proberen een geconditioneerde reflex op te roepen
Slide 23 - Slide
Aan de slag
Doornemen/verwerken deze LessonUp, de extra vragen maken, samenvatten. Ken je begrippen!
Daarna, maak de basiskennisvragenvan 4.6. Dit is huiswerk
Extra oefenen? Ga naar deze link en maak de oefentoets https://biologiepagina.nl/Vwo5/5Regeling/Oefentoets/regelingtoets.htm