Magnus es, domine, et laudabilis valde:
magna virtus tua
et sapientiae tuae non est numerus.
Et laudare te vult homo,
aliqua portio creaturae tuae,
et homo circumferens mortalitatem suam,
circumferens testimonium peccati sui
et testimonium, quia superbis resistis:
et tamen laudare te vult homo,
aliqua portio creaturae tuae.
Tu excitas, ut laudare te delectet,
quia fecisti nos ad te
et inquietum est cor nostrum,
donec requiescat in te. (Confessiones I,I,1)
U bent groot, o Heer, en zeer te loven.
Groot is uw kracht
en onmeetbaar uw wijsheid.
En nu wil een mens u loven, een mens,
één of ander deeltje van uw schepping.
Ja , een mens, die zijn sterfelijkheid met zich meedraagt,
die met zich meedraagt het getuigenis van zijn zonde
én het getuigenis dat u de hoogmoedigen weerstaat.
Toch wil een mens,
een of ander deeltje van uw schepping, u loven
U wekt hem er toe op, dat het zijn lust is u te prijzen.
Want u hebt ons zo gemaakt,
dat wij naar u toe willen gaan,
en onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in u..