3V - les 30 - STG

3V4/1 - 29 de noviembre, 2021 - STG
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3V4/1 - 29 de noviembre, 2021 - STG

Slide 1 - Slide

Programa

  • SO Unidad 6
  • Leemos 
  • Herhaling voorzetsels
  • Aanwijzend voornaamwoord
  • Deberes

Slide 2 - Slide

- lees & luisterfragment
- woordjes 6.1, 6.2, 6.3 NL-SP
- Roze werkwoordenblad 25 t/m 50 SP-NL
- Futuro
- Regelmatige ww vervoegen
- Wederkerende ww vervoegen
- Onregelmatige ww vervoegen
- Perfecto regelmatige & onregelmatige
- Voorzetsels
- Aanwijzend voornaamwoord


Dinsdag 14 december

Slide 3 - Slide

Leemos SUAVEMENTE
  1. Werkblad
  2. Opdrachten achterin
  3. Deadline = 20 januari
timer
20:00

Slide 4 - Slide

DE
EN
A
CON
POR
PARA
MET
IN / MET DE
UIT/ VAN / MET
VOOR IETS OF IEMAND
NAAR
DOOR, PER, OVER; BIJ DAGDELEN/ OORZAKEN/ VERVANGING

Slide 5 - Drag question

Welk voorzetsels? A , DE, CON , EN , POR of PARA ?
1. ESTE VERANO VAMOS ____ VISITAR ESPAÑA.
2. LOS FINES DE SEMANA ESTUDIAMOS ____ LA BIBLIOTECA.
3. VOY____LA PISCINA ____MI HERMANO.
4. ESE COCHE ROJO QUE ESTÁ AHÍ, ES____ SU MADRE.

Slide 6 - Open question

Welk voorzetsels? A , DE, CON , EN , POR of PARA ?
1. ____ la mañana el futbolista entrena tres horas sin parar.
2. tengo este regalo, es _____ mi abuela.
3.Voy ____ coche ____instituto.
4. El cajero automático ______supermercado está roto

Slide 7 - Open question

Herhaling voorzetsels
Bestudeer de verschillen / betekenis van de voorzetsels:
A, De, En, Con , Por , Para
A --> gaat vaak samen met IR
De --> gaat vaak samen met SER
En --> gaat vaak samen met ESTAR
En --> gebruik bij vervoer!!!

Slide 8 - Slide

Voorzetsels in het Spaans
Wat zijn dat ook al weer...?  Welke voorzetsels ken jij in het Nederlands?



Slide 9 - Slide

Zaken aanwijzen in het Spaans
Van te voren heb je de volgende twee video's bekeken  om dit onderwerp  beter te begrijpen:

1- https://www.youtube.com/watch?v=fLDuIuKi72M

2- https://www.youtube.com/watch?time_continue=1&v=P7_y66DUmBc

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

EB: ejercicio 30AB (página 84)

Slide 12 - Slide

HIER BIJ MIJ dichtbij
DEZE/ DIT
DAAR BIJ JOU verder weg
DIE /DAT
DAARGINDS    veel verder weg
DIE DAT          veel verder weg
este (M)
esta(V)
ese
esa
aquel
aquella
estos (MVM)
estas(MVV)
esos
esas
aquellos
aquellas
este libro = 
dit boek
esta mesa = deze tafel
ese libro = 
dat boek
esa mesa = 
die tafel
aquel libro= 
dat boek daarginds
aquella mesa = die tafel daarginds
estos libros = deze boeken
estas mesas = deze tafels
esos libros = 
die boeken
esas mesa = 
die tafels
aquellos libros= die boeken daarginds
aquellas mesas = die tafels daarginds
ZELFSTANDIG
GEBRUIK
esto
esta
eso
esa
aquel
aquella
estos
estas
esos
esas
aquellos
aquellas
Aanwijzend voornaamwoord; Los demostrativos

Slide 13 - Slide

Zelfstandig gebruik van het 
aanwijzend voornaamwoord
Dichtbij (jezelf): esto, ésta
vb:¿te gusta el chorizo? No, no me gusta esto
Iets verder weg (daar bij jou): eso , ése, ésa,esos , esas
vb: Te gusta jugar al fútbol? Sí, me gusta eso
Nog verder, (veel verder): aquello, aquella, aquellos, aquellas, 
vb: ¿quién es el hombre allí?  Aquel es mi papá.



Slide 14 - Slide

Opdrachten

Slide 15 - Slide

Deberes
Leren: voca 6.1 , 6.2 , 6.3 N-S

Leren: roze wwblad 25-50 S-N
Leren: voorzetsels, aanwijzende vnw
Maken: EB ejercicio 30AB (EB pag. 84)


Slide 16 - Slide