Erfelijkheid - 1
1 / 29
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Erfelijkheid
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Heb je lichamelijke kenmerken (= hoe je eruit ziet) die overeen komen met lichamelijke kenmerken van je ouder(s)?
Slide 11 - Open question
Heb je karaktereigenschappen die overeen komen met je ouder(s)?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Hoe je eruit ziet, wordt enkel bepaald door de genen die je van je ouders krijgt
A
Juist
B
Fout
Slide 15 - Quiz
Juist of fout:
Je krijgt van elke ouder evenveel genen
Je krijgt van elke ouder evenveel genen
A
Juist
B
Fout
Slide 16 - Quiz
Juist of fout?
Als je donkere ogen hebt, kan je het gen voor blauwe ogen niet doorgeven aan je kind.
Als je donkere ogen hebt, kan je het gen voor blauwe ogen niet doorgeven aan je kind.
A
Juist
B
Fout
Slide 17 - Quiz
Hoe wordt bepaald welke genen ouders doorgeven aan hun kind.
A
Dat is willekeurig
B
Enkel de sterkste genen worden doorgegeven
C
Enkel de gezondste genen worden doorgegeven
D
Enkel gezonde genen worden doorgegeven
Slide 18 - Quiz
Welk gen zal uiteindelijk tot uiting komen?
A
Het gen waar je het meeste van hebt.
B
Het gen dat je ouders kiezen
C
Het sterkste gen
D
Het is een pure loterij
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Wat is de betekenis van fenotype
A
je erfelijk materiaal
B
alle uiterlijke waarneembare kenmerken van een persoon
C
verandering in je erfelijk materiaal
D
vrouwelijk
Slide 21 - Quiz
Het genotype wordt bepaald door erfelijkheid en invloeden uit het milieu
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Stel: beide ouders hebben
blauwe ogen.
Welk kleur ogen zal het kind
waarschijnlijk hebben?
blauwe ogen.
Welk kleur ogen zal het kind
waarschijnlijk hebben?
A
Bruin
B
Groen
C
Blauw
Slide 24 - Quiz
Stel: beide ouders hebben
blauwe ogen.
Welk kleur ogen zal het kind
waarschijnlijk NIET hebben?
blauwe ogen.
Welk kleur ogen zal het kind
waarschijnlijk NIET hebben?
A
Bruin
B
Groen
C
Blauw
Slide 25 - Quiz
Juist of fout?
Als 1 van beide ouders bruine
ogen heeft, is de kans groot dat
het kind ook bruine ogen heeft.
Als 1 van beide ouders bruine
ogen heeft, is de kans groot dat
het kind ook bruine ogen heeft.
A
Juist
B
Fout
Slide 26 - Quiz
Welke kleur ogen is het
sterkste gen?
sterkste gen?
A
Bruin
B
Groen
C
Blauw
Slide 27 - Quiz
Sleep de zinnen in het juiste vak
Juist
Fout
Hoe je eruit ziet, wordt bepaald door de genen die je van je beide ouders krijgt.
Je krijgt maar genen van 1 ouder door.
De sterkste genen die je krijgt, zullen tot uiting komen.
Zowel genen als omgeving spelen een belangrijke rol in hoe we eruit zien.
