week 16 les 2 - gebiedende wijs

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • corregir los deberes
  • imperativo
jueves, 22 de abril
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • corregir los deberes
  • imperativo
jueves, 22 de abril

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze les ...
  • Weet ik het verschil tussen ser en estar
  • Weet ik hoe de vervoeging van de 
imperativo gemaakt wordt. 
LEERDOELEN

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Uitwerking
A. 
1. es, está
2. está, está
3. es, está
4. somos
5. eres
6. estoy
7. está
B.
1. es, soy
2. es
3. están
4. estamos
5. soy
6. es
7. está
8. es
9. son
10. están
C. 
1. estás
2. es
3. está
4. es, es
5. está
6. estás
7. es
8. es
9. es
10. es

Slide 5 - Slide

El imperativo
Wat is de gebiedende wijs?
gebiedende wijs wordt gebruikt om iemand een opdracht of een aanwijzing te geven
Bijvoorbeeld: Sta op. Ruim op. Lees dat. 
In het Spaans: escucha, lee, calla
LEERDOEL: gebiedende wijs

Slide 6 - Slide

Gebiedende wijs
vosotros
usted
ustedes
hablar
habla
hablad
hable
hablen
escribir
escribe
escribid
escriba
escriban
comer
come
comed
coma
coman
Wat valt op?
zie module pág. 16, 17, 18

Slide 7 - Slide

Gebiedende wijs meervoud??
  • In het Nederlands hoor je geen verschil. 
  • Ik kan tegen 1 persoon zeggen: Schrijf dat op.
  • Ik kan tegen een hele groep zeggen: Schrijf dat op. 
  • In het Spaans heb je wel een speciale meervoudsvorm.
  • Escribe.  = Schrijf dat op (tegen 1 persoon)
  • Escribid. = Schrijf dat op (tegen meerdere personen)

Slide 8 - Slide

Jij <--> U

  • Wanneer ik in het Nederlands iemand met u aanspreek in de gebiedende wijs klinkt dat zo: Schrijft u dat op. 
  • In het meervoud hoor je weer geen verschil. Schrijft u (allen) dat op. 
  • In het Spaans heb je weer wel 2 aparte vormen
  • Escriba.   = Schrijft u dat op. (tegen 1 persoon)
  • Escriban. = Schrijft u dat op. (tegen meerdere personen)

Slide 9 - Slide

onregelmatige vormen
Infinitivo
decir
hacer
poner
salir
tener
venir
ver
dar
estar
ir
ser
oir




di
haz
pon
sal
ten
ven
ve
da
está
va
oye

Vosotros
decid
haced
poned
salid
tened
venid
ved
dad
estad
id
sed
oíd
Usted
diga
haga
ponga
salga
tenga
venga
vea
esté
vaya
sea
oiga
Ustedes
digan
hagan
pongan
salgan
tengan
vengan
vean
den
estén
vayan
sean
oigan

Slide 10 - Slide

voornaamwoorden
De persoonlijke voornaamwoorden komen achter de vorm van de gebiedende wijs. Je schrijft ze er dan aan vast.  LET OP HET ACCENT!
  • acuéstate          = Ga naar bed!
  • levántate           = Sta op!    
  • escríbeme         = Schrijf me!              

Slide 11 - Slide

Libro de alumno pág. 87
Vamos a escuchar ej. 6





Slide 12 - Slide

módulo pág. 19

Slide 13 - Slide

Deberes
Para el jueves, 30 de abril
Leren: imperativo
maken: LE ej. 5.9, 5.10. 5.11, 5.12, 5.13

Slide 14 - Slide