This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
HERZLICH WILLKOMMEN
Deutsch Periode 2 - Schule in Deutschland
Slide 1 - Slide
Inhalt der Stunde
Lernziele dieser Stunde
Feedback Schreibaufgabe 1
Hoofdlettergebruik
Aufgaben dieser Woche
Check der Lernziele
Slide 2 - Slide
1. Lernziele dieser Stunde
Am Ende dieser Stunde kann ich ...
... in einer persönlichen E-Mail die Großbuchstaben richtig verwenden.
Slide 3 - Slide
2. Feedback Schreibaufgabe 1
50% der Aufgaben ist eingereicht. Ihr bekommt Feedback.
Nicht eingereicht? Wir treffen uns am Montag, den 7. Dezember um 14.20 Uhr.
Positives Feedback:
de boodschap in de e-mails is duidelijk voor Duitsers.
zinsbouw is op de goede manier gebruikt.
aanhef & afsluiting (vergeet je naam niet)
Tipps:
Maak eenvoudige zinnen: "Ich bin nett, freundlich und intelligent" in plaats van "Meine Charaktereigenschaften sind, dass ich nett bin." (in deze laatste zin zitten meerdere fouten)
Let op het hoofdlettergebruik!
Slide 4 - Slide
Gib auf Deutsch eine Antwort!
Wie geht's dir?
Slide 5 - Open question
Gib auf Deutsch eine Antwort!
Was sind deine guten Eigenschaften?
Slide 6 - Open question
Gib auf Deutsch eine Antwort!
Was sind deine schlechten Eigenschaften?
Slide 7 - Open question
Gib auf Deutsch eine Antwort!
Was ist dein Hobby?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
3. Hoofdlettergebruik
Bij schrijven is het gebruik van hoofdletters super belangrijk. Weet jij wanneer je in het Duits hoofdletters gebruikt?
Slide 10 - Slide
Welke woorden/woordsoorten krijgen in het Nederlands een hoofdletter?
A
namen van plaatsen en landen
B
begin van de zin
C
namen van personen
D
alle 3 antwoorden zijn goed
Slide 11 - Quiz
Welke woorden/woordsoorten krijgen in het Duits een hoofdletter?
A
namen van plaatsen en landen
B
begin van de zin
C
namen van personen
D
alle 3 antwoorden zijn goed
Slide 12 - Quiz
Het gebruik van hoofdletters is in het Nederlands bijna hetzelfde als in het Duits. Maar! In het Duits krijgen bepaalde woorden ook een hoofdletter. Welke?
A
werkwoorden: Sein - Wohnen - Lieben
B
Zelfstandige naamwoorden: das Haus - die Frau - der Mann
C
bijvoeglijke naamwoorden: das Schöne haus
Slide 13 - Quiz
3. Hoofdlettergebruik
Zelfstandige naamwoorden = woorden waar je in het Nederlandse de - het - een voor kunt zetten. In het Duits kun je er der - die - das / ein - eine voor zetten.
Slide 14 - Slide
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Wir lesen ein Buch.
A
Wir
B
lesen
C
ein
D
Buch
Slide 15 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Mein Hund ist sehr lieb.
A
Mein
B
Hund
C
ist
D
lieb
Slide 16 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Morgen fahre ich zur Schule.
A
Morgen
B
fahre
C
ich
D
Schule
Slide 17 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Die Liebe ist wichtig.
A
Die
B
Liebe
C
ist
D
wichtig
Slide 18 - Quiz
Wat is het zelfstandig naamwoord?
Spielst du gern Fußball?
A
Spielst
B
du
C
gern
D
Fußball
Slide 19 - Quiz
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
die Schule
B
die schule
Slide 20 - Quiz
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Fußball spielen
B
fußball spielen
Slide 21 - Quiz
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
die deutschstunde
B
die Deutschstunde
Slide 22 - Quiz
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
meine Schwester
B
meine schwester
Slide 23 - Quiz
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
der Bruder
B
der bruder
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
4. Aufgaben dieser Woche
Machen:
Taaltaak 2 - Der Stundenplan (vrijdag 4 december inleveren)
Aufgaben "Fack ju Göthe" - Während des Filmes (doen we op school)
Extra üben? -> Grammatik- & Wortschatzübungen (siehe Hilfsmittel)
Lernen:
Lernliste "Schule" (N-D & D-N)
Slide 26 - Slide
5. Check der Lernziele
Am Ende dieser Stunde kann ich ...
... in einer persönlichen E-Mail die Großbuchstaben richtig verwenden.
Slide 27 - Slide
Typ onderstaande zinnen over en gebruik de hoofdletters op de juiste manier: ich bin 14 jahre alt. ich wohne in den niederlanden.
Slide 28 - Open question
Typ onderstaande zinnen over en gebruik de hoofdletters op de juiste manier: meine hobbys sind fußball spielen und gamen.
Slide 29 - Open question
Vertaal in het Duits en let op het hoofdlettergebruik: