Gebouw: pand in bezit van het bedrijf
Inventaris: inrichting van het pand zoals de machines in de werkplaats, meubels, computers etc.
Voorraad auto’s: de inkoopwaarde van de auto’s die het bedrijf bezit
Kas: hoeveel contant geld (cash) het bedrijf heeft
Bank: hoeveel geld het bedrijf op de bank heeft staan
Debiteuren: klanten van het bedrijf die nog moeten betalen