1HV H.5 Taak H

Bonjour 1HV!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Bonjour 1HV!

Slide 1 - Slide

Huiswerk achterstand H.3

Slide 2 - Slide

Check of je je huiswerk af hebt!
Taak A : 1 t/m 6 + Quizlet voca A
Taak B : 8, 10, 11 en 12 + Quizlet voca B
Taak C : 13, 14
Taak D : filmpje inleveren
Taak E : 19 - 20 + Quizlet voca E
Taak F : 22 t/m 25 + Quizlet voca F
Quizlets inleveren via It's Learning

Slide 3 - Slide


Ik heb mijn
huiswerk af.
A
Ja, in mijn werkboek
B
Ja, online
C
Bijna
D
Nee

Slide 4 - Quiz


Ik heb de woordjes geleerd.
A
Ja, en ingeleverd via It's Learning
B
Ja, maar nog niet ingeleverd.
C
Bijna
D
Nee

Slide 5 - Quiz

Mis je nog iets?
Maak eerst al je huiswerk en lever de Quizlets in.
Volgende week controleer ik de werkboeken,
de online opdrachten check ik vanmiddag.

Ga daarna verder met de LessonUp.

Slide 6 - Slide

Taak H


Ik kan het werkwoord aller (gaan) vervoegen en de toekomende tijd maken.



Slide 7 - Slide

Futur proche

Slide 8 - Slide

futur proche

Slide 9 - Slide

Kies le futur proche
A
J'ai marché
B
Ils marchent
C
Tu vas marcher

Slide 10 - Quiz

futur proche - nous - plaisanter
A
nous avons plaisanté
B
nous plaisantons
C
nous allons plaisanté
D
nous allons plaisanter

Slide 11 - Quiz

ils - avoir (futur proche)
A
ils font avoir
B
ils avoirent
C
ils vont avoir
D
ils sommes avoir

Slide 12 - Quiz

futur proche - je - parler
A
je vais parler
B
j'ai parlé
C
je parle
D
je parlerai

Slide 13 - Quiz

Futur PROCHE
Vous ............. (être)
A
allez être
B
serez
C
allez serez
D
êtes

Slide 14 - Quiz

Vul in:
Je ... (aller/futur proche)
A
vais
B
vais aller
C
vas aller
D
va allez

Slide 15 - Quiz

Waar bestaat de futur proche uit?
A
een vorm van aller
B
een vorm van aller + heel ww
C
een vorm van avoir + vervoegd werkwoord
D
een vorm van être + voltooid deelwoord

Slide 16 - Quiz

De futur proche is een werkwoordtijd die je vertelt dat:
A
Iets straks of later gaat gebeuren
B
Iets nu gebeurt

Slide 17 - Quiz

Taak H

Maak opdrachten 31 en 32.

en Slim Stampen 
Grammaire H

Slide 18 - Slide

Ik heb de opdrachten
van taak H af.
A
Ja, in mijn werkboek
B
Ja, online

Slide 19 - Quiz

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

A la semaine prochaine !!

Slide 21 - Slide