2.4 Milieu - broeikaseffect

Thema: milieu
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema: milieu

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent "ecologische voetafdruk"?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Als al het bruikbare aardoppervlak eerlijk verdeeld zou worden, hoe groot mag je voetafdruk dan zijn?
A
2.1 hectare
B
3,6 hectare
C
1,8 hectare
D
1 hectare

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de voetafdruk van de gemiddelde Nederlander?
A
2,6 hectare
B
6.0 hectare
C
7,5 hectare
D
8,1 hectare

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Klopt deze uitspraak?
"Hoe rijker een land, hoe groter de ecologische voetafdruk"
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welk land heeft de grootste ecologische voetafdruk?
A
Ethiopië
B
Amerika
C
België
D
Ghana

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Thema: milieu
1.1 Heel veel mensen
1.2 Economie en milieu
1.3 Ecologische voetafdruk
1.4 Broeikaseffect
1.5 Duurzaamheid


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Doelen
Aan het eind van deze les kun je:

  • het begrip broeikaseffect omschrijven. Je gebruikt daarbij de begrippen: atmosfeer, temperatuur en CO2.
  • minimaal twee gevolgen van het broeikaseffect noemen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Planning:
1. terugblik
2. filmpje klimaatverandering
3. uitleg broeikaseffect
4. opdrachten
5. afsluiting

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

In het nieuws
Hevige regen en overstromingen in Spanje.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Wat is een oorzaak van deze overstroming?
A
Dijkverzakking
B
Te veel smeltwater
C
Heftige regenval
D
De wind

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Wat is het gevolg van de opwarming van de aarde voor deze pinguïns? (meerdere zijn goed)
A
Ze hebben het te warm.
B
Nesten spoelen weg door ontstane rivieren.
C
De ijsberen trekken naar pinguïngebied en doden de jongen.
D
Het regent, wat het normaal niet doet. De jongen raken hierdoor onderkoeld.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Wat zou er gebeuren als er géén broeikaseffect zou zijn?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Welk broeikasgas komt er steeds meer bij in de dampkring?
A
Waterdamp
B
Methaan
C
Ozon
D
Koolstofdioxide

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de oorzaken voor het stijgen van de zeespiegel?
A
Opwarming van het zeewater.
B
Lang douchen en veel toiletgebruik in rijke landen.
C
Meer regen en stormen door opwarming van de aarde.
D
Smelten van landijs.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is de stijging van de zeespiegel gevaarlijk voor Nederland?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Wat zou er moeten gebeuren om te voorkomen dat een groot deel van Nederland overstroomt?

Slide 20 - Open question

- dijken verstevigen en verhogen
- opwarming aarde tegengaan
Overstroom ik?
Ben je bang dat jouw dorp/stad binnenkort ook gaat overstromen?
Controleer het via de volgende link.

-Klik-

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

1. Maak opdracht 1 en 2 van het werkblad.

2. Maak een cartoon over het opwarmen van de aarde. 


Uitleg

Een cartoon kan een komische situatie weergeven

Bijv.:  Je gaat een cartoon maken met als titel ‘Emmen aan zee’.

de inhoud: gaat de cartoon over de stijging van zeespiegel?
de inhoud: is de cartoon humoristisch?
de originaliteit: is de cartoon verrassend?
de vormgeving: is de cartoon netjes vormgegeven?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Doelen
Aan het eind van deze les kun je:

  • het begrip broeikaseffect omschrijven. Je gebruikt daarbij de begrippen: atmosfeer, temperatuur en CO2.
  • minimaal twee gevolgen van het broeikaseffect noemen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions