Klimaatverandering en duurzaamheid (Brug 3)

De Brug 3 - Klimaatverandering & de ecologische voetafdruk

1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De Brug 3 - Klimaatverandering & de ecologische voetafdruk

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
- Je kent de begrippen natuurlijk broeikaseffect en versterkt broeikaseffect

- Je begrijpt wat de ecologische voetafdruk te maken heeft met het versterkt broeikaseffect
- Je kunt op basis van bronnen de ecologische voetafdruk van landen vaststellen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Permafrost
Eeuwig ijs
De permafrost is de grond in een toendra die altijd bevroren is, ook in de zomer. Er groeien geen bomen of planten op deze grond. Onder andere in Lapland komt permafrost voor.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Gebieden met permafrost
In welk klimaat komt permafrost voor?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

permafrost zorgt voor problemen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Gevolgen klimaatverandering
Zeewater warmt op waardoor het water uitzet > gevolg: stijging zeespiegel

Landijs en gletsjers smelten > stijging zeespiegel

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Oorzaak klimaatsverandering
  • Gebruik van fossiele brandstoffen (olie, gas, benzine, diesel)
  • Grootschalige houtkap (CO2 komt vrij in de atmosfeer)
  • Veeteelt (70 miljard landbouwdieren)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Natuurlijk broeikaseffect
  • atmosfeer/dampkring --> soort deken om de aarde
  • zorgt voor gemiddelde temperatuur op aarde + 15 C
  • zonnestralen door atmosfeer--> verwarmen aardoppervlak
  • deel zonnestralen + warmte kaatst terug de ruimte in
  • ander deel van de warmte wordt vastgehouden door broeikasgassen zoals methaan, waterdamp en kooldioxide

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Versterkt broeikaseffect 
door extra CO2 uitstoot door mensen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen versterkt broeikaseffect
  • CO2(koolstofdioxide)+ CH4 (methaan)--> meer broeikasgassen in atmosfeer door
    - ontdooien permafrost: gassen ontsnappen uit moeras           - veeteelt (poep en scheten)
  • deken om de aarde wordt "dikker"--> meer warmte wordt vasthouden
  • temperatuur stijgt + daardoor ook zeespiegel (smelten ijs)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Ecologische voetafdruk
  • om te vergelijken wie de aarde het meest vervuilt en belast
  • daarmee kun je alles wat je koopt, eet, gebruikt uitrekenen naar de hoeveelheid RUIMTE die daarvoor nodig is

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Ecologische voetafdruk
met alle mensen op aarde slechts: 1,7 hectare beschikbaar (1 ha = 100m x 100m) maar we gebruiken gemiddeld: 2,8 hectare per persoon
Oplossing: minder consumeren & anders consumeren (bv. minder vlees eten)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

https://schooltv.nl/video-item/clipphanger-wat-is-de-ecologische-voetafdruk

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Link

This item has no instructions

Stelling waar of niet waar: wij kunnen klimaatsverandering stoppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De oorzaken van de klimaatsverandering komt door
A
het broeikaseffect
B
toegenomen CO2 in de atmosfeer
C
afgenomen waterdamp in de atmosfeer
D
gaten in de ozonlaag

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Klimaatsverandering en de gevolgen
Wat is juist in Nederland?
A
Winter wordt droger
B
Winter wordt natter
C
Zomer wordt koeler
D
Zomer wordt natter

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Door de klimaatsverandering zal de zeespiegel in de toekomst stijgen. Wat betekent dit voor de huidige delta's (https://nl.wikipedia.org/wiki/Rivierdelta)
op aarde?
A
Die zullen groter worden.
B
Die zullen zich verplaatsen.
C
Die zullen verdwijnen.
D
Er zal weinig veranderen.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waarom neemt met name in Afrika de waterschaarste verder toe?
A
De effecten van klimaatsverandering zijn hier het sterkst.
B
Er is hier sprake van een relatief snelle toename van waterconsumptie per persoon.
C
De bevolkingsgroei is hier het hoogst in vergelijking met de overige continenten.
D
Er wordt in verhouding veel meer water gebruikt voor de landbouw.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de ecologische voetafdruk?
A
De gemiddelde CO2-uitstoot (in liters) van een persoon in een bepaald land per jaar.
B
De gemiddelde ruimte (in hectaren) die nodig is om het voedsel dat een persoon in een bepaald land nodig heeft te kunnen verbouwen.
C
De gemiddelde ruimte (in hectaren) die nodig is om het welvaartniveau van een persoon in een bepaald land te kunnen behouden.
D
Het gemiddelde waterverbruik (in kubieke meters) van een persoon in een bepaald land per jaar.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft er een grotere ecologische voetafdruk?
A
Keniaan
B
Amerikaan
C
Braziliaan
D
Nederlander

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welk werelddeel heeft de grootste ecologische voetafdruk?
A
Afrika
B
Azië
C
Europa
D
Noord-Amerika

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is je ecologische voetafdruk het kleinst?
A
Als kapotte elektrische apparaten weggooit.
B
Als je kapotte elektrische apparaten repareert.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Nederland heeft een hoge ecologische voetafdruk dit komt voornamelijk door:
A
Kleine oppervlakte van Nederland
B
Hoge koopkracht van Nederland
C
Grote oppervlakte van Nederland
D
Lage koopkracht van Nederland

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de ecologische voetafdruk van een gemiddelde Nederlander?
A
1,7 hectare per jaar
B
2,8 hectare per jaar
C
4,0 hectare per jaar
D
6,2 hectare per jaar

Slide 28 - Quiz

Aandachtrichter
Lees en maak § 1.3

Slide 29 - Slide

This item has no instructions