VA 16 - Prijselasticiteit van de vraag

Vragers en Aanbieders
Les 16
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vragers en Aanbieders
Les 16

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel

> herhaling negatieve en positieve externe effecten.
> herhaling beschrijven hoe de overheid negatieve externe effecten kan afremmen of vermijden.
> herhaling beschrijven hoe de overheid positieve externe effecten kan bevorderen.
> het vraaggedrag van consumenten bij prijsveranderingen aantonen en onderbouwen met een berekening.
> de prijselasticiteit van de vraag omschrijven en toepassen.
> de prijselasticiteit van de vraag berekenen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik - korte herhaling
- Huiswerk was: basis, plus en compact (5.2 t/m 5.4), intensief (5.1 t/m 5.4)
- Nakijken met nakijkvel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Er is sprake van een positief extern effect als ... 
De gebruiker er zelf positief voordeel van heeft.
Het voordeel niet verwerkt is in de prijs.
De welvaart van anderen dan de veroorzaker(s) van het effect hierdoor wordt vergroot.
De welvaart van anderen dan de veroorzaker(s) van het effect hierdoor wordt verkleind.

Slide 4 - Drag question

Leerlingen hoeven niet alle onderdelen te verslepen. Alleen B & C zijn juist.
Negatieve externe effecten
Positieve externe effecten 
Het hebben van een koeienstal
Het aan leggen van een nieuwbos vlakbij een eethuis
Afval dat in Tilburg op straat ligt
Het omzagen van bomen in het tropische regenwoud
Afval scheiden

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Hoe grijpt de overheid in om negatieve externe effecten te beperken?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Prijselasticiteit


De prijselasticiteit zegt iets over hoe sterk de gevraagde hoeveelheid reageert op een daling of stijging van de prijs.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waar is de prijselasticiteit afhankelijk?
  • Zijn er substitutiegoederen?
  • Op welke termijn je het bekijkt.
  • Om wat voor soort goed gaat het?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Prijselasticiteit

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Prijselasticiteit:

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Uitleg
%verandering q = (6000-2000)/2000x100=200%
%verandering p = (120-160)/160x100=-25%
200/-25=-8

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Begeleid oefenen -> 4 interactieve vragen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Een product met een prijselasticiteit van 0 is...
A
inelastisch
B
elastisch
C
volkomen inelastisch
D
volkomen elastisch

Slide 18 - Quiz

0 betekent dat de prijs niet reageert op de vraag.
De prijselasticiteit van de vraag naar fietsen is –0,2.
Als de prijs van een fiets met 4% stijgt, zal de vraag naar fietsen:
A
0,8% stijgen
B
0,8% dalen
C
16% stijgen
D
16% dalen

Slide 19 - Quiz

0,2 = x / 4
0,2 * 4 = 0,8
Op een markt geldt:
Oude afzet 2000 oude prijs €35
Nieuwe afzet 6000 nieuwe prijs €15
Wat is de prijselasticiteit?
A
-3.5
B
-3.6
C
-4
D
-4.2

Slide 20 - Quiz

% verandering Qv = (6000-2000)/2000 *100% = 200%
% verandering p = (15-35)35 *100% = 57,1
Ev = 200 / 57,1v = 3,5
De prijselasticiteit van de vraag naar auto’s is –0,5.
Om de gevraagde hoeveelheid auto’s met 10% te laten stijgen, moet de prijs met:
A
20% dalen
B
5% dalen
C
5% stijgen
D
20% stijgen

Slide 21 - Quiz

0,5 = 10 / x
0,5 * x = 10
x = 10/0,5 = 20
Samenvatting
Prijselasticiteit = in welke mate reageert de vraag op een verandering van de prijs. 




Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Huiswerk:
Alle leerlijnen: 5.5 t/m 5.11
Compact: 5.7 t/m 5.10

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie

> herhaling negatieve en positieve externe effecten.
> herhaling beschrijven hoe de overheid negatieve externe effecten kan afremmen of vermijden.
> herhaling beschrijven hoe de overheid positieve externe effecten kan bevorderen.
> het vraaggedrag van consumenten bij prijsveranderingen aantonen en onderbouwen met een berekening.
> de prijselasticiteit van de vraag omschrijven en toepassen.
> de prijselasticiteit van de vraag berekenen.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions