Paragraaf 5.4 Zonder werk

(Herhaling) Paragraaf 5.3 Actief op de arbeidsmarkt.
  • Hoe ziet de arbeidsmarkt eruit?
  • Wanneer hoor je bij de beroepsbevolking?
  • Welk werk telt mee in de economische cijfers?


1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

(Herhaling) Paragraaf 5.3 Actief op de arbeidsmarkt.
  • Hoe ziet de arbeidsmarkt eruit?
  • Wanneer hoor je bij de beroepsbevolking?
  • Welk werk telt mee in de economische cijfers?


Slide 1 - Slide

Wat is de arbeidsmarkt?
A
Alle vraag en aanbod van arbeid.
B
Alle mensen die werk zoeken.
C
Mensen van 15 jaar tot pensioen die werken.
D
Alle vacatures bij werkgevers.

Slide 2 - Quiz

De arbeidsparticipatie neemt af door:
A
afname door: overlijden en pensionering
B
afname door : geboorte en dood
C
afname door: pensionering en ontslag

Slide 3 - Quiz

bij wit werk betaal je:
A
geen belasting maar wel premie
B
wel belasting maar geen premie
C
wel belasting en premie
D
niets, je krijgt alleen geld

Slide 4 - Quiz

Het verschil tussen de formele en informele sector is dat......
A
Bij de formele sector het verdiende geld niet bekend is bij de overheid en niet meetelt voor het bbp
B
Bij de formele sector het verdiende geld wel bekend is bij de overheid en wel meetelt voor het bbp
C
Bij de informele sector het verdiende geld wel bekend is bij de overheid en niet meetelt voor het bbp
D
Bij de informele sector het verdiende geld niet bekend is bij de overheid en wel meetelt voor het bbp

Slide 5 - Quiz

Het begrip arbeidsparticipatie betekent:
A
Welk deel van de bevolking werkloos is
B
Welk deel van de bevolking bij de werkgelegenheid hoort
C
Welk deel van de bevolking bij de beroepsbevolking hoort
D
Welk deel van de bevolking een parttime baan heeft

Slide 6 - Quiz

Wat valt onder grijs werk?
A
Een baan bij een bedrijf hebben
B
Een krantenwijk hebben
C
Vrijwilligerswerk

Slide 7 - Quiz

Valt zwartwerken onder de formele of informele sector?
A
De formele sector
B
De informele sector

Slide 8 - Quiz

Arnold is onderwijsassistent op een basisschool. Is er sprake van de formele of informele sector?
A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 9 - Quiz

Janneke doet regelmatig vrijwilligerswerk op de kinderboerderij. Is er sprake van de formele of informele sector?
A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 10 - Quiz

Beroepsbevolking =
A
15 jaar - pensioensleeftijd die werkt of werk zoekt
B
17 jaar - pensioensleeftijd die werkt of werk zoekt
C
Alle mensen tussen de 15 - 60 jaar
D
Alle mensen tussen de 17 - 60 jaar

Slide 11 - Quiz

Van wie komt het aanbod op de arbeidsmarkt?
A
Werkgevers
B
Beroepsbevolking

Slide 12 - Quiz

Wat is een nadeel van zwart werken?
A
Je verdiend minder
B
Je moet sociale premies afdragen
C
Je bent niet verzekerd

Slide 13 - Quiz

Wat kan een reden zijn dat de arbeidsparticipatie hoog is
A
Grote beroepsbevolking, lage totale bevolking
B
Veel mensen boven de 67 jaar
C
Lage beroepsbevolking, grote totale bevolking

Slide 14 - Quiz

Het begrip arbeidsparticipatie betekent:
A
Welk deel van de bevolking werkloos is
B
Welk deel van de bevolking bij de werkgelegenheid hoort
C
Welk deel van de bevolking bij de werkende beroepsbevolking hoort
D
Welk deel van de bevolking een parttime baan heeft

Slide 15 - Quiz

Wie hoort bij de beroepsbevolking?
A
Een huisvrouw die elke dag huishoudelijke taken uitvoert.
B
Een politieagent
C
Een klasgenoot uit 2A
D
Een persoon die in de gevangenis zit.

Slide 16 - Quiz

Paragraaf 5.4 Zonder werk
Leerdoelen
Na deze les kunnen de leerlingen uitleggen:
- Wat werkloosheid betekent.
- Welke oorzaken er voor werkloosheid kunnen zijn?
- Welke soorten werkloosheid er zijn?


Slide 17 - Slide

UWV
UWV (Uitvoeringsinstituut Werkenemersverzekeringen)

UWV
Helpt mensen een nieuwe baan te vinden;
Regelen uitkering (beoordeelt of werklozen een uitkering kunnen krijgen.

Slide 18 - Slide

Werkloos
Werkloos:

Werkloos ben je als je tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd bent, geen baan hebt en actief op zoek naar werk bent.
Werkeloos en wil je een WW-uitkering? Schrijf je in bij het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen).
Geregistreerde werkloosheid: werklozen die staan ingeschreven bij het UWV.
Verborgen werkloosheid: werklozen die niet staan ingeschreven bij het UWV.


Slide 19 - Slide

Soorten Werkloosheid
Soorten Werloosheid:

  • Conjuncturele werkloosheid
  • Structurele werkloosheid
  • Frictie werkloosheid
  • Seizoen werkloosheid
  • Regionale werkloosheid

Slide 20 - Slide

Conjuncturele Werkloosheid

Slide 21 - Slide

Structurele werkloosheid

Slide 22 - Slide

Frictie, Seizoen en Regionale werkloosheid

Slide 23 - Slide