Werkwoord avoir

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Werkwoord avoir

J'ai

Tu as

Il a

Elle a

On a

Nous avons

Vous avez

Ils ont

Elles ont

Ik heb

Jij hebt

Hij heeft

Zij heeft

Men heeft

Wij hebben

Jullie hebben/u heeft

Zij hebben (vr +mn)

Zij hebben (alleen vr)

J'ai

Tu as

Il a

elle a

nous avons

vous avez

ils ont

elles ont

On a

Ik heb

Jij hebt

Hij heeft

Zij heeft

Wij hebben

Jullie hebben

Zij hebben

U heeft

Zij hebben (v-mv)

Men heeft

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ik heb

Vul de juiste vorm van avoir in:
Jij hebt

Vul de juiste vorm van avoir in:
Hij heeft

Vul de juiste vorm van avoir in:
Zij heeft

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous avons

Vul de juiste vorm van avoir in:
Jullie hebben/U heeft

Vul de juiste vorm van avoir in:
Zij hebben

Vul de juiste vorm van avoir in:
Zij hebben (vr-mv)