What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
WEBB 2.1 t/m 2.11 (2 lessen)
Welkom
4 HAVO ECONOMIE || 2024-2025
1 / 47
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
47 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
4 HAVO ECONOMIE || 2024-2025
Slide 1 - Slide
Programma
Vorige les
Onderwerpen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Slide
1. Lagere bestedingen leiden tot hogere werkloosheid
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
1. Lagere bestedingen leiden tot hogere werkloosheid
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
2. Hoger consumentenvertrouwen leidt tot hogere werkloosheid
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
2. Hoger consumentenvertrouwen leidt tot hogere werkloosheid
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
3. Kraanwater is een schaars goed
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
3. Kraanwater is een schaars goed
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
4. Een computer is een vrij goed
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
5. Voor een vrij goed hoef je niet te betalen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
1.28 De opofferingskosten zijn:
A
8
B
7
C
18
D
15
Slide 11 - Quiz
1.29 Alternatief aanwendbaar betekent:
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 12 - Quiz
1. Een wasserette koopt een wasmachine
A
Consumeren
B
Investeren
Slide 13 - Quiz
2. Tante Miep koopt een kanarie
A
Consumeren
B
Investeren
Slide 14 - Quiz
3. Artis koopt een olifant
A
Consumeren
B
Investeren
Slide 15 - Quiz
4. Een restaurant koopt een friteuse
A
Consumeren
B
Investeren
Slide 16 - Quiz
Onderwerpen
Arbeidsdeling en arbeidsproductiviteit
De waarde van geld
Comparatieve voordelen
Slide 17 - Slide
Hoe kwamen de mensen vroeger aan hun producten?
Slide 18 - Open question
Zelfvoorziening
→ Uiteindelijk leidt dit tot (ruilhandel)
Is dit efficiënt?
Slide 19 - Slide
Hoeveel brood is hoeveel KG rijst?
Directe ruil/ruil in natura
→ goederen/diensten tegen goederen/diensten
Nadelen?
Niet iedereen wilt jouw product
Ruilwaarde is lastig vast te stellen
Producten kunnen bederven
Slide 20 - Slide
Arbeidsproces verdelen
Arbeidsdeling
Het opsplitsen van taken / arbeid
→ Dit betekent dat men zich kan gaan specialiseren op een activiteit
Voordeel?
Men doet waar hij goed in is
Slide 21 - Slide
De GEMIDDELDE productie per werknemer per tijdseenheid.
Slide 22 - Slide
Transactiekosten
Alle inspanningen die je verricht voordat je ruilt noem je
transactiekosten
Vergelijken van producten/prijzen
Is het product in een goede staat?
Wat zijn de alternatieven
Slide 23 - Slide
Aan het werk
Maken 2.1 t/m 2.11
Slide 24 - Slide
Welkom
4 HAVO ECONOMIE || 2023-2024
Slide 25 - Slide
Programma
Vorige les
Onderwerpen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 26 - Slide
Onderwerpen
Arbeidsdeling en arbeidsproductiviteit
De waarde van geld
Comparatieve voordelen
Slide 27 - Slide
Wat werd vroeger gezien als 'geld'?
Slide 28 - Open question
Ontstaan van geld
Goudwaarde
Geld stond gelijk aan de waarde waarvan het materiaal gemaakt is→ intrinsieke waarde
Nominale waarde → hoeveelheid die op de munt staat
Slide 29 - Slide
Vandaag de dag
De intrinsieke waarde is veel lager dan de nominale waarde
→ Waarom?
Men vertrouwt de euro
Slide 30 - Slide
Wat gebeurt er met de waarde van de euro als men de euro niet meer vertrouwd?
Slide 31 - Open question
Op zoek naar alternatieven
De waarde daalt
Slide 32 - Slide
www.wisselkoers.nl
Slide 33 - Link
Hoe kunnen we tegenwoordig betalen?
Contant (chartaal geld)
Digitaal (giraal geld)
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Functies van geld
Ruilmiddel
1 scooter ruil ik tegen 2500 euro
Rekenmiddel
1 scooter kost 2500 euro
Spaarmiddel
ik spaar 2500 euro
Slide 36 - Slide
Waar let je op als je bijvoorbeeld een scooter gaat kopen?
Slide 37 - Open question
Transactiekosten
Alle inspanningen die je verricht voordat je ruilt noem je
transactiekosten
Vergelijken van producten/prijzen
Is het product in een goede staat?
Wat zijn de alternatieven
Slide 38 - Slide
Welke taak heb jij in het huishouden?
Slide 39 - Open question
Optimale verdeling
Een optimale verdeling is de beste verdeling binnen de gegeven mogelijkheden
Slide 40 - Slide
Absoluut voordeel
Een voordeel in een aantal benodigde uren per jaar
Voorbeeld:
Slide 41 - Slide
Absoluut voordeel
Een voordeel in een aantal benodigde uren per jaar
Voorbeeld:
Slide 42 - Slide
Relatief voordeel
Relatief = procentueel
Slide 43 - Slide
Procentuele veranderingen
(nieuw - oud) / oud * 100 = procentuele verandering
Slide 44 - Slide
Relatief voordeel
Relatief = procentueel
Slide 45 - Slide
Comparatief voordeel
Marcel heeft bij koken een comparatief voordeel ten opzichte van de kinderen verzorgen.
Slide 46 - Slide
Aan de slag
Maken t/m 2.13
2.12 + 2.13 bespreken
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd
Slide 47 - Slide
More lessons like this
ROUS 2.1 t/m 2.13 (2 lessen)
September 2023
- Lesson with
34 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
ROUS 2.1 t/m 2.13
July 2023
- Lesson with
31 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
RAVJ 2.1 t/m 2.13
July 2023
- Lesson with
29 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Crisis hoofdstuk 2
September 2024
- Lesson with
21 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Crisis hoofdstuk 2
September 2024
- Lesson with
25 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Crisis hoofdstuk 2
June 2024
- Lesson with
11 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Wakk 2.1 t/m 2.11
July 2023
- Lesson with
21 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Crisis hoofdstuk 2 LWEO DIJK
October 2023
- Lesson with
22 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5