Les 4K, les woordenschat H4

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Slide

Even checken: 
Wat moet je verplicht meenemen voor iedere les:

  • Lesboek 
  • iPad 
  • Schrift
  • Pen

Slide 3 - Slide

Woordenschat 
Brugklas havo
Toetsweek zomer

Slide 4 - Slide

  •  Ik kan verschillende woordstrategieën benoemen en deze toepassen bij het opzoeken van de betekenissen van moeilijke woorden.

Lesdoelen

Slide 5 - Slide

Welkom
Pak je boek op blz 108,
 je schrift of een blaadje
en je pen 
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Vandaag
  • Uitleg woordenboek en woordenschat H3 
  • Aan de slag met opdrachten H4

  • Quiz 
  • Vragen stellen
  • Evaluatie en afsluiting 

Slide 7 - Slide

Woordenschat H4
blz. 108 t/m 111

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
- Je weet wat woordraadstrategieën zijn
- Je kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.

Slide 9 - Slide

Voorkennis activeren

Zet de volgende woorden op alfabetische volgorde:

verkeersveiligheid - veiligheid - verkeerslicht - rijexamen - rijbewijs - vrijwillig - zondagsrijders - vrachtwagen


timer
2:00

Slide 10 - Slide

Doel: Ik kan de juiste betekenis van een woord opzoeken in een woordenboek.

Slide 11 - Slide

Instructie
Een woord kan meerdere betekenissen hebben. Je moet de betekenis kiezen die bij de context past.

Niet alle woorden staan in het woordenboek.

Slide 12 - Slide

  •  Je gebruikt een woordenboek vooral om de betekenis van woorden op te zoeken. Veel woorden hebben meer dan één betekenis. 
     
  • Lees alle betekenissen goed door en kies de betekenis die het best in de tekst past.
Woordenboek gebruiken: de juiste betekenis opzoeken

Slide 13 - Slide

Woordenboek: grondwoord
Bij werkwoorden is het grondwoord altijd het hele werkwoord

Bij zelfstandige naamwoorden is het grondwoord altijd het enkelvoud en geen verkleinwoord 

Bij sommige woorden zoek je op de kortste vorm 

Slide 14 - Slide

Woordenboek: grondwoord
Bij zelfstandige naamwoorden is het grondwoord altijd het enkelvoud en geen verkleinwoord en geen meervoud.

opa's = opa
koekje = koek
tafels = tafel
kleedjes = kleed

Slide 15 - Slide

Oefenen grondwoord 
Woorden kunnen verschillende vormen hebben.

In het woordenboek moet je daarom zoeken naar het grondwoord
Waar zoek je het volgende woord?
- gevonden =                               - besloten =
- fietsten =                                   - plantje = 
- werkten  =                                 - bloemetjes = 
- gelopen =                                  - vuurkorven =
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken/ Extra uitleg
Maak H4 Woordenschat -
Opdracht 2, 3, 4 en 6. 




Klaar? Aftekenen en nakijken
timer
15:00

Slide 17 - Slide

Heb je vragen?

Slide 18 - Slide

Lesafsluiting
Doel behaald?
Wat neem je mee?

Slide 19 - Slide

Ik weet hoe ik verschillende woordstrategieën moet benoemen en kan deze toepassen bij het opzoeken van de betekenissen van moeilijke woorden.

😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 21 - Slide

Huiswerk
Maak opdracht 2, 3, 4 en 6 en leer de 
woorden van 
de woordenlijst van H4. 

Slide 22 - Slide

Heb je vragen?

Slide 23 - Slide

Woordenschat 
Brugklas havo
Toetsweek zomer

Slide 24 - Slide

Doel vandaag
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden (of opzoeken in een woordenboek).
- Ik ken de betekenis van de woordenlijstwoorden en de uitdrukkingen uit deze paragraaf.

Slide 25 - Slide

Maken
Woordenschat H1

Maken opdracht  5, 6 en 7
op blz 25

Opdracht 1, 2, 3 en 4 zijn af 
en staan in je schrift. 


timer
10:00

Slide 26 - Slide

Woordenlijst H1
Citeren
claimen
Communiceren
functioneren
gedogen
introduceren
naderen
ontkennen
promoten
registreren 
stimuleren
uitwerken
verklaren
voorspellen 

Slide 27 - Slide

Aan de slag


Leer de theorie van Taalverzorging Hoofdstuk 1 en 2 (zie gekleurde kaders). 
Maak de bijbehorende opdrachten. Klaar? 
Kijk die na op Magister. 
timer
10:00

Slide 28 - Slide