examen spreken en gesprekken voorbereiding

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

examens Nederlands ...

Spreken en Gesprekken

Verbale communicatie:

Verbale communicatie is een vorm van communicatie waarbij men zich uit in woorden. Dit kan zowel gesproken als geschreven taal zijn. De inhoud van onze boodschap wordt binnen verbale communicatie dus vertaald in woorden.

Non-verbale communicatie:

 is communicatie waarbij men geen gebruik maakt van woorden en taal. Lichaamstaal is een vorm van non-verbale communicatie. Via non-verbale communicatie vertellen we vaak onderliggende boodschappen:  hoe de relatie tot de ontvanger zich verhoudt, hoe de zender de ontvanger ziet en hoe de zender wil dat de ontvanger reageert.

Algemene informatie

Examentraining

Lesdoel: voorbereiding op examens spreken en gesprekken

Examen spreken

Ik heb al een spreekplan voor mijn presentatie gemaakt

1. Ja, klaar
2. mee bezig
3. nee, nog niet begonnen
4. spreekplan, wat is dat?

Wie is het publiek van jouw examenpresentatie? Dus: voor wie is jouw presentatie bedoeld?

Wat is het doel van je presentatie

1. amuseren
2. alleen informeren
3. alleen overtuigen
4. informeren en enthousiast maken

Hoe bereid jij je voor op het examen Spreken (= presentatie)

Waar word je op beoordeeld bij Spreken?

Beoordeling examen spreken

• inhoud
• samenhang
• afstemming op doel
• afstemming op publiek
• woordgebruik en woordenschat
• vloeiendheid, verstaanbaarheid, grammaticale beheersing

Examen gesprekken

Examen Gesprekken voeren

* gesprekstijd: ongeveer 6 minuten

* gesprekspartner: tweede assessor

* Opdracht: krijg je per e-mail

Beoordeling op vijf onderdelen:

1. samenhang

2. afstemming op doel

3. afstemming op gesprekspartner

4. woordkeus en woordenschat

5. vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

De examenopdracht: wat voor soort gesprek is dat?

1. zakelijk
2. persoonlijk
3. formeel
4. informeel

Wat is belangrijk
bij een zakelijk gesprek?

Wat is je doel bij de examenopdracht intakegesprek?

1. informeren
2. amuseren
3. overtuigen
4. instrueren

Hoe kun je je voorbereiden op het examen gesprekken?

voorbereiding

Eerst:   de opdracht goed lezen! Wat moet je doen?

Dan bedenken: wat kan ik allemaal zeggen over de onderwerpen in de opdracht? Noteer steekwoorden

Tip: concrete voorbeelden bedenken.

Bedenk ook: welke vragen denk je dat ze je kunnen stellen?

Verder: Heb je zelf vragen die je wilt stellen? (eigen initiatief is positief) Dat mag dus. 

Hoe laat je blijken dat je naar iemand luistert?

en verder bij het examen zelf:

• zorg dat je er representatief uitziet (netjes)
• zit in een actieve luisterhouding (rechtop, handen boven de tafel, oogcontact)
• begroet netjes bij het begin
• laat blijken dat je luistert, stel vragen als je iets niet begrijpt
• rondt het gesprek netjes af 

Zijn er nog vragen?

Spreken

1.1                        Voorbereiding en opbouw van een presentatie

1.2                       Aantrekkelijk presenteren

Lesdoel

• Je kunt een samenhangende presentatie voorbereiden.

• Je houdt in je presentatie rekening met je doel en het publiek.

"Praten is net als fietsen: als je erover na gaat denken, val je om."

Maar........

Voorbereiding:

• Welk doel heeft je presentatie?
• Voor welk publiek?
• Informatie verzamelen over het onderwerp.
• Denk na over opbouw presentatie
• Hoe ga je presenteren: wel/geen gebruik presentatieprogramma (bijvoorbeeld Powerpoint)

Opbouw van presentatie

Inleiding

1. Maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp
2. Stel jezelf voor (als dat nodig is).
3. Leg uit wat je gaat vertellen en waarom.
4. Maak duidelijk wanneer ze vragen kunnen stellen....

Middenstuk

1. Behandel de deelonderwerpen in een logische volgorde.
2. Gebruik signaalwoorden (daarna, vervolgens, als eerst...). Dat geeft samenhang aan jouw verhaal. 

Slot

1. Geef een korte samenvatting of conclusie.
   
2. Sluit het af met een uitspraak of tip.
3. Vraag of er nog vragen zijn.
4. Bedank het publiek

Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'tenslotte'?

1. tijd
2. samenvatting
3. oorzaak-gevolg
4. opsomming/volgorde

Wat is het tekstverband van het signaalwoord maar

1. tegenstelling
2. voorwaarde
3. tijd
4. conclusie

Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'zoals'?

1. reden
2. conclusie
3. tijd
4. toelichting/vergelijking

Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'kortom'?

1. voorwaarde
2. vergelijking
3. samenvatting
4. conclusie

tot de volgende les