examen spreken en gesprekken voorbereiding

1 / 41
next
Slide 1: Video
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

examens Nederlands ...
Spreken en Gesprekken

Slide 2 - Slide

Verbale communicatie:

Verbale communicatie is een vorm van communicatie waarbij men zich uit in woorden. Dit kan zowel gesproken als geschreven taal zijn. De inhoud van onze boodschap wordt binnen verbale communicatie dus vertaald in woorden.


Non-verbale communicatie:
 is communicatie waarbij men geen gebruik maakt van woorden en taal. Lichaamstaal is een vorm van non-verbale communicatie. Via non-verbale communicatie vertellen we vaak onderliggende boodschappen:  hoe de relatie tot de ontvanger zich verhoudt, hoe de zender de ontvanger ziet en hoe de zender wil dat de ontvanger reageert.


Slide 3 - Slide

Algemene informatie
Examentraining
Lesdoel: voorbereiding op examens spreken en gesprekken

Slide 4 - Slide

Examen spreken

Slide 5 - Slide

Ik heb al een spreekplan voor mijn presentatie gemaakt
A
Ja, klaar
B
mee bezig
C
nee, nog niet begonnen
D
spreekplan, wat is dat?

Slide 6 - Quiz

Wie is het publiek van jouw examenpresentatie? Dus: voor wie is jouw presentatie bedoeld?

Slide 7 - Open question

Wat is het doel van je presentatie
A
amuseren
B
alleen informeren
C
alleen overtuigen
D
informeren en enthousiast maken

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Hoe bereid jij je voor op het examen Spreken (= presentatie)

Slide 10 - Open question

Waar word je op beoordeeld bij Spreken?

Slide 11 - Open question

Beoordeling examen spreken
  • inhoud
  • samenhang
  • afstemming op doel
  • afstemming op publiek
  • woordgebruik en woordenschat
  • vloeiendheid, verstaanbaarheid, grammaticale beheersing

Slide 12 - Slide

Examen gesprekken

Slide 13 - Slide

Examen Gesprekken voeren
* gesprekstijd: ongeveer 6 minuten
* gesprekspartner: docent Nederlands
* Opdracht: zie boekje

Beoordeling op vijf onderdelen:
1. samenhang
2. afstemming op doel
3. afstemming op gesprekspartner
4. woordkeus en woordenschat
5. vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

Slide 14 - Slide

De examenopdracht: wat voor soort gesprek is dat?
A
zakelijk
B
persoonlijk
C
formeel
D
informeel

Slide 15 - Quiz

Wat is belangrijk
bij een zakelijk gesprek?

Slide 16 - Mind map

Wat is je doel bij de examenopdracht intakegesprek?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
instrueren

Slide 17 - Quiz

Hoe kun je je voorbereiden op het examen gesprekken?

Slide 18 - Open question

voorbereiding
Eerst:   de opdracht goed lezen! Wat moet je doen?
Dan bedenken: wat kan ik allemaal zeggen over de onderwerpen in de opdracht? Noteer steekwoorden
Tip: concrete voorbeelden bedenken.
Bedenk ook: welke vragen denk je dat ze je kunnen stellen?
Verder: Heb je zelf vragen die je wilt stellen? (eigen initiatief is positief) Dat mag dus. 

Slide 19 - Slide

Hoe laat je blijken dat je naar iemand luistert?

Slide 20 - Open question

en verder bij het examen zelf:
  • zorg dat je er representatief uitziet (netjes)
  • zit in een actieve luisterhouding (rechtop, handen boven de tafel, oogcontact)
  • begroet netjes bij het begin
  • laat blijken dat je luistert, stel vragen als je iets niet begrijpt
  • rondt het gesprek netjes af 

Slide 21 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Spreken

1.1                        Voorbereiding en opbouw van een presentatie
1.2                       Aantrekkelijk presenteren


Slide 25 - Slide

Lesdoel
  • Je kunt een samenhangende presentatie voorbereiden.

  • Je houdt in je presentatie rekening met je doel en het publiek.

Slide 26 - Slide

"Praten is net als fietsen: als je erover na gaat denken, val je om."

Slide 27 - Slide

Maar........
Voorbereiding:
  • Welk doel heeft je presentatie?
  • Voor welk publiek?
  • Informatie verzamelen over het onderwerp.
  • Denk na over opbouw presentatie
  • Hoe ga je presenteren: wel/geen gebruik presentatieprogramma (bijvoorbeeld Powerpoint)

Slide 28 - Slide

Opbouw van presentatie

Slide 29 - Slide

Inleiding
  1. Maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp
  2. Stel jezelf voor (als dat nodig is).
  3. Leg uit wat je gaat vertellen en waarom.
  4. Maak duidelijk wanneer ze vragen kunnen stellen....

Slide 30 - Slide

Middenstuk
  1. Behandel de deelonderwerpen in een logische volgorde.
  2. Gebruik signaalwoorden (daarna, vervolgens, als eerst...). Dat geeft samenhang aan jouw verhaal. 

Slide 31 - Slide

Slot
  1. Geef een korte samenvatting of conclusie.
  2. Sluit het af met een uitspraak of tip.
  3. Vraag of er nog vragen zijn.
  4. Bedank het publiek

Slide 32 - Slide

Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'ten slotte'?
A
tijd
B
samenvatting
C
oorzaak-gevolg
D
opsomming/volgorde

Slide 33 - Quiz

Wat is het tekstverband van het signaalwoord maar
A
tegenstelling
B
voorwaarde
C
tijd
D
conclusie

Slide 34 - Quiz

Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'zoals'?
A
reden
B
conclusie
C
tijd
D
toelichting/vergelijking

Slide 35 - Quiz

Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'kortom'?
A
voorwaarde
B
vergelijking
C
samenvatting
D
conclusie

Slide 36 - Quiz

Aan de slag:

1.1 Spreken
Voorbereiding en opbouw van een presentatie

Opdracht 1 t/m 5


Slide 37 - Slide

tot de volgende les

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video