W7 EN 2G1 les1 U4.4 - DIY

Week 7
Lesson 1
Blue 2
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Week 7
Lesson 1
Blue 2

Slide 1 - Slide

How was your weekend?

Slide 2 - Slide

Your goals for today are to

  • you understand the difference in usage between the present simple and present perfect 
  • and you are able to apply this knowledge to gap sentences

Slide 3 - Slide

But first...
Have you studied?

Slide 4 - Slide

What is the good translation of...

doorbraak

A
breekthrough
B
breakthrough
C
breaktrough
D
breakthroogh

Slide 5 - Quiz

What is the good translation of...

belangrijk

A
siknificant
B
signifikant
C
significant
D
significand

Slide 6 - Quiz

What is the good translation of...

bode

A
courier
B
coorier
C
coureer
D
cooreer

Slide 7 - Quiz

What is the good translation of...

bijzonder

A
extrordinary
B
extraordinary
C
extrardinary
D
extraordynary

Slide 8 - Quiz

!
If you scored less than 75% on CU 4, go through slides 10-20
If you scored more than 75% on CU 4, go to slide 21

Slide 9 - Slide

Grammar time!
Deze les ga je dus de present simple en present perfect naast elkaar in een opdracht gebruiken.

Daarvoor moet je ten eerste weten wanneer je wat gebruikt.
Vervolgens moet je ook nog eens weten hoe je beide maakt.

Slide 10 - Slide

Wanneer?
In de volgende twee filmpjes wordt uitgelegd wanneer je de present simple en wanneer je de present perfect gebruikt.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Dus, welk(e) signaalwoord(en) hoort/horen bij de present simple?
A
often
B
already
C
hardly ever
D
ever

Slide 14 - Quiz

Hoe?
In de volgende video's wordt uitgelegd hoe je de present simple en present perfect vormt

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video


Onregelmatig werkwoorden, waar dan?

Op pagina's 149-150 van je Coursebook

Het 3e rijtje = past participle = voltooiddeelwoord

Slide 18 - Slide

Stappenplan
1. zoek signaalwoord, 
hoort het bij present simple of present prefect?
2. is je zin bevestigend, ontkennend of een vraag?
>in present simple heb je "do" nodig in ontkenningen en vragen
3. zoek het onderwerp
present simple>he/she/it>shit-regel
present perfect>he/she/it>has (i.p.v. have)
4. present perfect?
let op vorm: regelmatig ww+ed / onregelmatig ww eigen vorm=3e rij

Slide 19 - Slide

eDition - 
present simple<>present perfect

Do exercises 34 (Unit 4.4)

Slide 20 - Slide

Have you finished your day tasks?

 Then you can do the following: (1) move on to the next lesson (but do not work ahead more than 2 weeks); (2) make texts in ReadTheory; (3) work on a project in TEDEd. 

Let me know if you are 2 weeks ahead.

Slide 21 - Slide

Look Back
Hoe ging opdracht 34? Had je minder dan 65% goed?
Maak dan Grammar 3 in Practice More van Lesson4 in eDition

Meer dan 65% goed? Goed zo! Dan mag je door naar de volgende slide

>>>

Slide 22 - Slide

Look Ahead
Next lesson:
Recap Present Simple<>Present Perfect
Self-Test Vocab en Phrases
ReadTheory

But before you move on:
study vocab and phrases Unit 4 AND don't forget your book!

Slide 23 - Slide