Les 3

WELKOM
Ga naar lessonup.com
Bovenaan zie je: 




Vul in: 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 8

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

WELKOM
Ga naar lessonup.com
Bovenaan zie je: 




Vul in: 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bedenk zoveel mogelijk verschillende manieren waarop je in het dagelijks leven te maken hebt met actie-reactie.

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Actie-Reactie in het dagelijks leven
wekker        wakker        uit bed         ....          op tijd op mijn werk. 

Slide 3 - Slide

Eigenlijk bestaat alles uit actie-reactie. Als mijn wekker ’s ochtends gaat, word ik wakker. Omdat ik wakker word, ga ik uit bed, wat er uiteindelijk toe leidt dat ik op tijd op m’n werk ben.
Stel nou dat ik door mijn wekker heen slaap. Dan ziet mijn ochtend er heel anders uit.
Misschien ben ik dan te laat op mijn werk. Of misschien ga ik naar mijn werk zonder dat ik ontbijt, of heb ik geen lunch bij me. Maar het kan ook zo zijn dat ik, in mijn haast, dat mooie erfstuk omstoot. Of misschien val ik wel van de trap en breek ik mijn enkel. Dan ziet mijn dag er ineens heel anders uit!

Actie-Reactie in het dagelijks leven
wekker          wakker          uit bed         ....          op tijd op mijn werk. 
                       
                         niet wakker          ???

Slide 4 - Slide

Eigenlijk bestaat alles uit actie-reactie. Als mijn wekker ’s ochtends gaat, word ik wakker. Omdat ik wakker word, ga ik uit bed, wat er uiteindelijk toe leidt dat ik op tijd op m’n werk ben.
Stel nou dat ik door mijn wekker heen slaap. Dan ziet mijn ochtend er heel anders uit.
Misschien ben ik dan te laat op mijn werk. Of misschien ga ik naar mijn werk zonder dat ik ontbijt, of heb ik geen lunch bij me. Maar het kan ook zo zijn dat ik, in mijn haast, dat mooie erfstuk omstoot. Of misschien val ik wel van de trap en breek ik mijn enkel. Dan ziet mijn dag er ineens heel anders uit!

Denk aan een positieve gedachte.
Welk gevoel kreeg je daarbij?
Wat deed je toen?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Actie-Reactie in de psychologie

                        hond > bang
 

Slide 6 - Slide

Ook in de psychologie zie je actie-reactie terug. Vaak wordt in therapie geprobeerd om de ongewenste reactie op een actie om te buigen naar een meer gewenste reactie.
Stel dat je bang bent voor honden. Dat ziet er heel in het kort zo uit:
Er komt een hond aan -> je bent bang.
Deze reactie (bang zijn) probeer je om te buigen naar ‘niet meer bang zijn’.

Actie-Reactie in de psychologie
Gebeurtenis + gedachte -> gevoelens + gedrag

Er komt een hond aan +
oh jee, een hond, straks bijt hij me’ -> angst + wegrennen.

 

Slide 7 - Slide

Maar wat er gebeurt is iets gecompliceerder:
Gebeurtenis + gedachte -> gevoelens + gedrag
Bijvoorbeeld:
Er komt een hond aan + ‘oh jee, een hond, straks bijt hij me’ -> angst + wegrennen.
Dat betekent dus dat een gevoel eigenlijk (meestal) de reactie is op een gedachte. En als je een andere reactie kiest (dus: een andere gedachte) geeft dat ook een ander gevoel!
Wat kan een andere gedachte zijn bij:
'er komt een hond aan'?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Actie-Reactie in de psychologie
Gebeurtenis + gedachte -> gevoelens + gedrag

Er komt een hond aan +
oh jee, een hond, straks bijt hij me’ -> angst + wegrennen.

 Er komt een hond aan +
                              ‘wat ziet hij er lief uit’ -> blij + kijken.

Slide 9 - Slide

Dat werkt natuurlijk niet altijd zomaar. Als je heel bang bent voor honden kun je niet zomaar denken ‘oh wat een leuke hond!’.
Maar dit kun je wel oefenen!

Dus: met je gedachten, kun je invloed uitoefenen op hoe je je voelt. 

huiswerkopdracht 'tijdlijn'
In de huiswerkopdracht 'tijdlijn' maak je eerst een tijdlijn van een verhaal. 
Daarna ga je zelf een 'alternatieve reactie' bedenken. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

ENERGIZER
Zoek in huis een voorwerp dat je voor de camera kunt houden.

Als je het hebt, kom je weer zitten. 
Je hebt 1 minuut de tijd.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

natuurkundige krachten

Slide 12 - Mind map

• zwaartekracht
• elektrische kracht
• magnetische kracht
• trekkracht
• duwkracht
• opwaartse kracht (op een voorwerp dat in een vloeistof is ondergedompeld)
• veerkracht
• wrijvingskracht
• spierkracht
• normaalkracht
• spankracht
• weerstandskrachten

Natuurkundige krachten
Een kracht werkt altijd op een voorwerp.
  
Een kracht op een voorwerp kan drie gevolgen hebben:
• de vorm van het voorwerp verandert;
• de snelheid waarmee het voorwerp beweegt verandert;
• de richting waarin het voorwerp beweegt verandert.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Krachten bij een kettingreactie
Krachten die op afstand werken:
zwaartekracht, magnetische kracht.

Krachten die in direct contact werken:
druk- en trekkrachten. 

Slide 14 - Slide

Bij kettingreactiebanen wordt gebruik gemaakt van veel verschillende krachten. Bijvoorbeeld zwaartekracht, wanneer een voorwerp naar beneden valt en magnetische kracht, wanneer er twee magnetische voorwerpen bij elkaar in de buurt komen. Zwaartekracht en magnetische kracht zijn krachten die op afstand werken.

 
Naast krachten die op afstand werken, zijn er ook krachten die in direct contact werken.
Deze krachten noem je ook wel druk- of trekkrachten. Deze soorten van kracht komen het vaakste voor. Bijvoorbeeld een balletje dat tegen een balk aanrolt, waardoor de balk omvalt (drukkracht).
Wanneer er aan die balk een touwtje zit gespannen die weer aan een plank vast zit gemaakt, en de balk trekt in zijn val de plank mee, noem je dit trekkracht.

Newton

Slide 15 - Mind map

De ’wetten van Newton’ zijn drie bekende wetten uit de natuurkunde. Een wet betekent in de natuurkunde ‘dat iets zo is’.
Alle drie de wetten hebben iets te maken met kracht. Hierbij komen ook beweging en evenwicht kijken.
De wetten zijn vernoemd naar de Britse natuurkundige Isaac Newton, die in 1687 de wetten opschreef in het boek Philosophiae Naturalis Principia Mathematica.
De drie wetten zijn het bekendste werk van Newton. Door de drie wetten ontstond zelfs een nieuwe tak in de natuurkunde, de klassieke mechanica.
Met de wetten van Newton is onder andere te verklaren waarom het voelt alsof je naar achteren wordt geduwd als je in een versnellende trein of auto zit, hoeveel kracht er nodig is om een bal twintig meter ver te gooien en waarom een boek gewoon op een vlakke tafel blijft liggen maar van een schuine tafel afglijdt.
Newton deed ook minder bekende maar wel belangrijke ontdekkingen. Zo ontdekte hij dat zonlicht uit alle kleuren van de regenboog bestaat, leverde hij belangrijke bijdragen aan de wiskunde, deed hij onderzoek naar de snelheid van geluid en leverde hij een belangrijke bijdrage aan de warmteleer.

Slide 16 - Video

This item has no instructions

DE EERSTE WET
Een voorwerp is in rust of heeft een constante snelheid langs een rechte lijn als de resulterende kracht nul is. 

>Versnellen of vertragen kost kracht (=resulterende kracht). 
>Traagheid

Slide 17 - Slide

De eerste wet van Newton gaat ervan uit dat massa pas in beweging komt als er een kracht wordt gebruikt. Zo niet, dan staat het voorwerp stil of beweegt het zich met een constante snelheid voort. Dat wil zeggen: als je iets wilt versnellen of vertragen, kost dat kracht.
Een kracht die ervoor zorgt dat iets versnelt of vertraagt, wordt in de natuurkunde een resulterende kracht genoemd. Als er geen resulterende kracht op een voorwerp werkt, is het in rust of beweegt het zich met een constante snelheid voort. Dat laatste klinkt misschien raar, maar is heel logisch. Op zo’n voorwerp werkt geen netto kracht: geen versnellende, maar ook geen vertragende kracht. De som van deze krachten is nul (net als dat de som van -1 en +1 nul is), en daarom wordt in de natuurkunde gezegd dat het object ‘vrij’ is.
Maar hoe zit het dan precies? Als een auto met constante snelheid rijdt, is er toch nog steeds een kracht nodig om die voort te bewegen? Ja, dat klopt. Maar, er werkt ook een tegenkracht op: de wrijving van de lucht en de grond. Die is precies even groot als de snelheid waarmee de motor de auto voortbeweegt, waardoor de resulterende kracht dus nul is.
De eerste wet van Newton is ook anders te formuleren. Als je tijdens het fietsen op een paaltje botst, stopt je fiets, maar schiet je zelf naar voren. Je blijft als het ware doorgaan met de beweging waarmee je bezig was. Volgens het traagheidsbeginsel heeft een voorwerp de neiging ‘zich te verzetten’ tegen een snelheidsverandering.
Als je een auto en een vrachtauto tegelijkertijd met dezelfde motorkracht laat optrekken, is de vrachtwagen veel trager dan de auto. Dit komt omdat de vrachtwagen een grotere massa heeft. De traagheid is groter.

DE TWEEDE WET
De verandering van de snelheid is recht evenredig met de resulterende kracht en volgt de rechte lijn waarin de kracht werkt.

>Resulterende kracht  en het gewicht van het voorwerp bepalen de richting en de grootte van de versnelling/vertraging.

Slide 18 - Slide

Hoe zwaarder een object is, hoe moeilijker het is om dat object in beweging te brengen of af te remmen.
De tweede wet van Newton beschrijft dat wanneer een kracht de ene kant op groter (of kleiner) is dan een kracht de andere kant op, dus als er een resulterende kracht op een object werkt, dat er dan een versnelling (of vertraging) plaatsvindt. De versnelling is afhankelijk van de grootte en het gewicht van het voorwerp: het kost meer kracht om een auto in beweging te brengen dan een fiets, omdat een auto een stuk zwaarder is.
Om zo snel mogelijk te zijn, is het daarom handig om het voertuig zo licht mogelijk te maken.
Dat volgt uit de tweede wet van Newton. Bij gelijkblijvende kracht, dus met dezelfde hoeveelheid brandstof, krijg je een lichter object makkelijker in versnelling dan een zwaar object. Daarom willen wielrenners een zo licht mogelijke fiets.

DE DERDE WET
Actie=reactie. 

>Kracht komt voor in paren.
>Massa's trekken elkaar aan. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

WET VAN BEHOUD VAN ENERGIE
*Filmpje*
https://schooltv.nl/video/proefkonijnen-in-de-klas-is-natuurkunde-betrouwbaarder-dan-je-eigen-intuitie/



Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Bedenk een situatie waarbij het lijkt alsof er aan het eind minder energie over is. Waar is die energie gebleven?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

huiswerkopdrachten 'Newton'
Leg de eerste, tweede en derde wet van Newton uit op een creatieve manier. 

 Onderzoek de persoon Isaac Newton en geef dit op je eigen manier weer. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

THE BUTTERFLY EFFECT
Een actie die een ketting van gevolgen in gang zet, die exponentieel toenemen in omvang. 

Vlinder wappert met vleugels in Brazilië -> tornado in Texas. 
Uitbarsting vulkaan 55 miljoen jaar geleden -> verhoogde CO2 uitstoot -> methaan -> extreem snelle stijging wereldtemperatuur.

Met een andere uitgangssituatie blijven deze gevolgen mogelijk uit.


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

FOR WANT OF A NAIL

Iets kleins of schijnbaar betekenisloos kan grote onvoorziene gevolgen hebben.
Er miste een spijker -> het Koninkrijk ging ten onder

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Er miste een spijker -> het Koninkrijk ging ten onder
Bedenk welke stappen daar tussen kunnen zitten.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Bedenk zelf een situatie waarin iets kleins uiteindelijk grote gevolgen heeft. 
Maak hier een versje of een strip van (of verzin zelf een creatieve manier om dit te verwerken). 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Ik vond deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

This item has no instructions

omdat...

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Ik weet wat de huiswerkopdrachten zijn.
ja
nee
huiswerkopdrachten, hebben we die dan?

Slide 31 - Poll

This item has no instructions

Ik weet dat ik niet alle huiswerkopdrachten hoef te maken, maar er in ieder geval 1 uitkies.
ja
nee
huiswerk-opdrachten, hebben we die dan?
we hoeven toch niks te doen thuis?
ik doe de opdracht van week 2

Slide 32 - Poll

This item has no instructions