les 47 Formuleren §5 Bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort en §6 variëren in zinslengte

les 47
Formuleren §5 Bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort en §6 variëren in zinslengte
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

les 47
Formuleren §5 Bij elkaar zetten wat bij elkaar hoort en §6 variëren in zinslengte

Slide 1 - Slide

Hallo 2Vd
Pak je spullen alvast (leesboek) en Nieuw Nederlands + schrift. Ga zitten volgens het klassenschema.
timer
10:00
Wat gaan we doen vandaag?
  • 10 min lezen (Stiefkind) p. 33
  • Groepsopdrachten en uitleg §5 en §6 
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog?
timer
2:00
1. Welke zin is beter en waarom?
1. Tim heeft een waakzame en een hele grote hond.
2. Tim heeft een waakzame hond die heel groot is.
2. Kan je onderstaande krantenkop verbeteren?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoelen


Ik weet/kan...
  • variëren in woordgebruik door synoniemen en verwijswoorden te gebruiken.
  • variëren in zinsopbouw om mijn tekst aantrekkelijker te maken.
  • voorbeelden gebruiken om mijn tekst aantrekkelijker en duidelijker te maken.

Slide 5 - Slide

Leerdoelen


Ik weet/kan...
  • zinnen zo formuleren dat woorden die bij elkaar horen bij elkaar staan.
  • variëren in zinslengte om mijn tekst aantrekkelijker te maken

Slide 6 - Slide

De theorie - 5 tips!
1. Zet geen lange bijvoeglijke bepaling voor een zelfstandig naamwoord

-    Het oude slecht geïsoleerde en voor de oorlog gebouwde schoolgebouw          zal worden afgebroken.
- Het schoolgebouw, dat oud, slecht geïsoleerd is en voor de oorlog  gebouwd is, zal worden afgebroken.    

Slide 7 - Slide

De theorie - 5 tips!
2. Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar. Gebruik in lange zinnen dus liever maar  en want dan omdat en hoewel, want na want en maar staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar.

- Ik houd van vakantie in Oostenrijk omdat je daar zoveel dingen zoals skiën, wandelen en rodelen kan doen.
- Ik houd van vakantie in Oostenrijk, want je kan daar zoveel dingen doen zoals skiën, wandelen en rodelen.

Slide 8 - Slide

De theorie - 5 tips!
3. Zet de andere werkwoorden van het gezegde dicht bij de persoonsvorm.

- Wij hebben voor die toets, die zoveel moeilijke vragen had en drie uur lang duurden, een goed cijfer behaald

- Wij hebben een goed cijfer behaald voor die toets die zoveel moeilijke vragen had en drie uur lang duurden.

Slide 9 - Slide

De theorie - 5 tips!
4. Zet bijzinnen die een voorwaarde aangeven, bij het zinsdeel waar ze bij horen.

- Als de operatie voorspoedig verloopt, verwachten de artsen, dat de burgervader op Koningsdag geheel hersteld is.
- De artsen verwachten, dat de burgervader op Koningsdag geheel hersteld is, als de operatie voorspoedig verloopt.

Slide 10 - Slide

De theorie - 5 tips!
5. Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.

- De kinderen hadden beloofd af te zullen gaan wassen na het buitenspelen.

- De  kinderen hadden beloofd te zullen gaan afwassen na het buitenspelen.




Slide 11 - Slide

  1. Zet geen lange bijvoeglijke bepaling voor een zelfstandig naamwoord.
  2. Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar. Gebruik in lange zinnen dus liever maar en want dan omdat en hoewel, want na want en maar staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar.
  3. Zet de andere werkwoorden van het gezegde dicht bij de persoonsvorm.
  4. Zet bijzinnen die een voorwaarde aangeven, bij het zinsdeel waar ze bij horen.
  5. Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.
De theorie - 5 tips! (p.242)
Duo-opdracht
Kies 3 tips uit. Maak per tip een zinnenpaar waarvan één zin laat zin hoe het wel moet en één zin hoe het niet moet. Wissel de volgorde af.
timer
5:00

Slide 12 - Slide

  1. Zet geen lange bijvoeglijke bepaling voor een zelfstandig naamwoord.
  2. Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar. Gebruik in lange zinnen dus liever maar en want dan omdat en hoewel, want na want en maar staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar.
  3. Zet de andere werkwoorden van het gezegde dicht bij de persoonsvorm.
  4. Zet bijzinnen die een voorwaarde aangeven, bij het zinsdeel waar ze bij horen.
  5. Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.
De theorie - 5 tips!
Duo-opdracht
Werk samen met een ander tweetal en wissel jullie zinnen uit. Kies van elkaars zinnenparen de zinnen uit die aangeven hoe het wel moet.
timer
2:30

Slide 13 - Slide

§6 Variëren in zinslengte

Slide 14 - Slide

Je maakt een tekst aantrekkelijk door variatie in woordkeus en zinsopbouw. Daarnaast speelt de zinslengte een rol. Te veel korte zinnen maken een tekst saai, dus je moet ook variëren in de lengte van de zinnen.

Dat kun je onder andere doen door enkelvoudige en samengestelde zinnen af te wisselen. 

Slide 15 - Slide

Let op: Maak de zinnen niet te lang. Dan kan ...
- de lezer jouw boodschap makkelijker begrijpen.
- je fouten in de zinsbouw voorkomen.

Slide 16 - Slide

Tekst 1 - Roos vliegt weg
Roos zweeft een rondje door de kamer.
Ze straalt van geluk.
Vliegen is heerlijk!
Dan gaat Roos naar het raam.
Ze duwt het zachtjes open.
Ze strekt haar armen en zweeft naar buiten.
De nacht in!
Roos vliegt hoog boven de bomen en de huizen.
Boven haar zijn de sterren.
Haar nachthemd fladdert in de wind.
Het is ijzig koud buiten.
Maar Roos merkt het niet eens.
Zo blij is ze!
1. Voor welke leeftijd ongeveer zou deze tekst geschreven zijn?
2. Aan welke kenmerken zie je dat? Noem er ten minste drie.
3. Hoeveel samengestelde zinnen zijn er? Noteer ook het eerste en het laatste woord.

Slide 17 - Slide

Zelf oefenen
Cursus 6 Formuleren §5 en §6
Wat: Opdracht 2p. 243 en maak opdracht 2 p. 244
Hoe:  Individueel
Hulp: Theorie uit je boek, docent.
Tijd: 10 min.
Uitkomst: Geoefend woorden bij elkaar zetten die bij elkaar horen en met variëren in zinslengte.
Klaar?
Lezen in je leesboek
of huiswerk
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Leerdoelen


Ik weet/kan...
  • zinnen zo formuleren dat woorden die bij elkaar horen bij elkaar staan.
  • variëren in zinslengte om mijn tekst aantrekkelijker te maken

Slide 19 - Slide

Fijne dag!
Ruim rustig je spullen op en blijf zitten tot de bel gaat

Slide 20 - Slide