Controlevragen goederenstroom

Controlevragen goederenstroom
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Controlevragen goederenstroom

Slide 1 - Slide

De goederenstroom is de weg van oerproducent naar?

Slide 2 - Open question

Binnen een bedrijfskolom zijn er 3 stromen, welke stroom hoort hier niet bij?


A
geldstroom
B
informatiestroom
C
goederenstroom
D
Productenstroom

Slide 3 - Quiz

Welke weg leggen goederen af naar de klant? 

Slide 4 - Drag question

Wat is distributie?
A
Het verdelen van vestigingen
B
Het verdelen van producten
C
Iemand die artikelen uitvoert naar een ander land
D
Iemand die goederen levert

Slide 5 - Quiz

Wat is een distributiecentrum?

Slide 6 - Open question

De goederenstroom van de producent/fabrikant tot aan de winkel heet de externe goederenstroom.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz



Leveringen controleer je op twee punten, welke zijn dat?
A
Kwantiteit en colli
B
Kwantiteit en manco
C
Kwantiteit en kwaliteit
D
Kwaliteit en breuk

Slide 8 - Quiz

Kwalitatieve controle
Sleep de begrippen naar de bijbehorende controle
Kwantitatieve controle
THT & TGT
Breuk
Manco
Pakbon
Kleur
Vrachtbrief
Beschadiging
Afmeting
PDA

Slide 9 - Drag question

Hoe noemen we een geleidedocument met artikelnummers, artikelomschrijving en het aantal artikelen?

A
Vrachtbrief
B
Pakbon

Slide 10 - Quiz

Welke stelling is (on)juist?

A Bij een steekproefcontrole wordt een deel van de
levering gecontroleerd.
B Bij een integrale controle wordt de gehele levering
gecontroleerd.
A
Beide onjuist
B
A = juist / B = onjuist
C
A = onjuist / B = juist
D
Beide juist

Slide 11 - Quiz



Wat noteer je NIET op een MBTv-lijst?
A
Teveel ontvangen artikelen
B
Artikelen in nota
C
Manco's in de levering
D
Kapotte artikelen

Slide 12 - Quiz