EWS en SBARR

KLINISCH REDENEREN 1
EWS & SBAR
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

KLINISCH REDENEREN 1
EWS & SBAR

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je ontdekt de redeneerhulpen EWS en SBAR
  • Je verklaart het doel van deze redeneerhulpen
  • Je past de redeneerhulpen aan de hand van een casus toe

Slide 2 - Slide

Wat weet je over de EWS?

Slide 3 - Open question

Wat weet je over de SBAR?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

EWS
Early Warning Scale/ Vroege Signalerings Score
  • Brengt patiënt qua vitale functies in beeld
  • Erkent Niet- Pluis gevoel verpleegkundige
  • Praat plaatje met de dokter
  • ABCDE beoordeling

Slide 6 - Slide

EWS
Dhr Kroes ligt op jouw afdeling. Je doet controles en ziet het volgende; RR 110/50, P120, Saturatie 93% met een ademhalingsfrequentie van 30x/min. De patient plast goed. Wel maak je je zorgen over de patient.

Wat scoor je? Wat doe je dan?

Slide 7 - Slide

EWS
Je stapt binnen bij Mw. de Haas en het valt je op dat zij een snelle ademhaling heeft van 17x/minuut. Je meet een bloeddruk van 90/60 en een onregelmatige hartfrequentie van 54 sl/minuut. Urineproductie heb je de afgelopen uren niet gecontroleerd. Je maakt je zorgen over mevrouw, ook omdat ze klaagt over duizeligheid.

Wat scoor je? Wat doe je dan?

Slide 8 - Slide

Doel van EWS?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

SBAR(R)
Situation
Geef aan wie je bent, om welke afdeling en patiënt het gaat en wat het probleem is. 
Background
Geef weer wat de meeste recente medische diagnose is en hoe recent deze is. Geef een korte weergave van de voorgeschiedenis. Geef een kort overzicht van de medische behandeling tot nu toe. 
Assessment
Presenteer de meest recente metingen van de parameters van de vitale functies. Geef aan welke veranderingen je zorgelijk vindt in de vitale functies. 
Recommendation
Geef aan wat jij ziet dat er moet gebeuren en/ of welke onderzoeken nodig zijn. Vraag hoe vaak de patiënt gecontroleerd moet worden en bij welke veranderingen gewaarschuwd moet worden. 

Slide 11 - Slide

1

Slide 12 - Video

Voordelen SBAR(R)?
  • Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter 
  • Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
  • Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren
  • Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe

Slide 13 - Slide

De verpleegkundige vraagt de arts of ze alvast een katheter kan inbrengen. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 14 - Quiz

‘Bloeddruk is 135/65, pols 130 irregulair, saturatie 98% zonder zuurstofsuppletie en ademhalingsfrequentie 25 per minuut. Ze ziet bleek en voelt zich misselijk.’
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 15 - Quiz

De verpleegkundige vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een hersenbloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 16 - Quiz

De verpleegkundige vraagt de arts of ze alvast een katheter kan inbrengen. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 17 - Quiz

‘Ik wil voorstellen om haar extra Nitrospray te geven.’
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 18 - Quiz

Oefen casussen
Stap 1: Maak groepen van 2 a 3 personen

Stap 2: Je krijgt één casus toegewezen. Werk deze uit volgens de SBARR. Elke persoon uit het groepje is één keer de informatiebrenger, één keer informatieontvanger en één keer observator. 

Stap 3: Geef elkaar feedback op de toepassing van de SBARR

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
  • Je ontdekt de redeneerhulpen EWS en SBAR
  • Je verklaart het doel van deze redeneerhulpen
  • Je past de redeneerhulpen aan de hand van een casus toe

Slide 20 - Slide