Taalverandering

Taalverandering
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Taalverandering

Slide 1 - Slide

Wat is een leenwoord?

Slide 2 - Mind map

Leenwoorden

Slide 3 - Slide

Wat is het meest uitgeleende Nederlandse woord en komt terug in 57 andere talen?
A
Boot
B
Baas
C
Aardappel
D
Tulp

Slide 4 - Quiz

Uit welke taal hebben wij het woord 'Humor' geleend?
A
Duits
B
Pools
C
Frans
D
Engels

Slide 5 - Quiz

Uit welke taal hebben wij het woord 'Robot' geleend?
A
Tsjechisch
B
Duits
C
Amerikaans
D
Russisch

Slide 6 - Quiz

Wat is straattaal nou
eigenlijk?

Slide 7 - Mind map

Straattaal:
Het taalgebruik van jongeren in grote meertalige steden die Nederlandse woorden en uitdrukkingen vervormen of vervangen door materiaal uit andere talen zoals bijvoorbeeld het Sranan (Surinaamse taal), Marokkaans (Arabisch en/of Berber) en/of (Amerikaans-) Engels.

Slide 8 - Slide

No span, er zit nog gas in die whip.
A
Geen stress, er zit nog benzine in de auto.
B
Geen zorgen, ik heb nog genoeg energie.
C
Ze is niet knap, maar heel bijdehand

Slide 9 - Quiz

''Ik beef met je peki''- Sevn Alias
A
Ik rooster je kip
B
Ik maak ruzie met je vriend
C
Ik maak ruzie met je vrouw

Slide 10 - Quiz

Wanneer is straattaal ontstaan?
A
eind 20e eeuw
B
eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000

Slide 11 - Quiz

Uit welke taal is het woord 'Doekoe' afgeleidt?
A
Antiliaans
B
Surinaams
C
Marrokaans
D
Turks

Slide 12 - Quiz

Hoe komt het dat veel jongeren straattaal overnemen?
A
Het wordt gebruikt in songteksten
B
Jongeren zijn gevoelig voor populariteit en nemen dit van elkaar over.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.

Slide 13 - Quiz

Wat betekent wolla
A
ik zweer
B
ik zweer jou
C
denk het niet
D
gast

Slide 14 - Quiz

Welke opdrachten ga je maken?
Opdracht 1 t/m 4
Online: Cursus 4 paragraaf 3

Slide 15 - Slide