This lesson contains 48 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Plattegrond 2L
Slide 2 - Slide
Mobiele telefoon in je tas!
Slide 3 - Slide
Afspraken in de les
Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek, een agenda en een etui met meerdere pennen.
Spullen en huiswerk (ook als het huiswerk niet volledig is) niet op orde: BV/HV op Magister.
Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.
Slide 4 - Slide
Weektaak 50
Lees de theorie op bladzijde 84
Maak opdracht 5, 6 en 7 op bladzijde 85
Lees theorie op bladzijde 10
Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 11
Klaar?
Lees de tekst op bladzijde 12
Maak opdracht 6 en 7 op bladzijde 13
Slide 5 - Slide
Week 49 4 december
9 december 2023
Weektaken huiswerk
Een keer per week controle huiswerk.
Lezen van boeken en lezen in de les.
Uitleg RTTI.
ejtvr: code LessonUp
Alle communicatie via magister
Agenda!!!!!
Vervolg redekundig ontleden
24/1 toets grammatica
Start leesvaardigheid hoofdstuk 2
Slide 6 - Slide
Boekenlijst 2L
Dit schooljaar lees je vier boeken of meer!!!
Niveau => zie lijst 2/3 (boek 1 en 2).
Niveau 3 (boek 3 en 4).
12 t/m 15 jaar. Lezenvoordelijst.nl
Boek 2
Boek 3
Boek 4
Slide 7 - Slide
PTD rapportperiode 2
Herhaling taalverzorging (spelling totaal)
45 min
(1x)
NEE
104
SO
Boekentoets (2 boeken)
45 min
VK
NEE
Nr.
Toets-vorm
Leerstof/ Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
201
PW
Leesvaardigheid H. 2, 3, 17 en 18
12 t/m 16 februari (voor de voorjaarsvakantie)
45 min
2
Nee
202
SO
Grammatica taalkundig en redekundig
H. 5, 6, 20, 21 en 35
45 min
1
Nee
Slide 8 - Slide
Maar eerst...
even ontspannen met een goed boek!
Slide 9 - Slide
Leerdoelen
Deze week:
Je leert hoe je verschillende zinsdelen herkent in een zin.
Je leert wat een koppelwerkwoord is.
Je leert wat een naamwoordelijk gezegde is.
Je leert welke doelen een schrijver kan hebben met de tekst.
Slide 10 - Slide
Herhaling vorige week
Vorige week hebben we woordsoorten afgerond.
Slide 11 - Slide
Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.
Activeren: de lezer aanzetten tot iets (advertentie goed doel, antirookbrochure).
Amuseren: de lezer vermaken (grap, blog).
Slide 13 - Slide
Kortom.....
Het tekstdoel herkennen helpt je bij het lezen van de tekst.
Slide 14 - Slide
Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde (p. 82)
Slide 15 - Slide
Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde (p. 82)
Slide 16 - Slide
Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde (p. 82)
Slide 17 - Slide
Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde (p. 82)
Slide 18 - Slide
Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde (p. 82)
Slide 19 - Slide
Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde (p. 82)
Slide 20 - Slide
Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde (p. 82)
Slide 21 - Slide
Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde (p. 82)
Slide 22 - Slide
Koppelwerkwoord en naamwoordelijk gezegde (p. 82)
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
6. Redekundig ontleden
Slide 25 - Slide
6. Redekundig ontleden
Slide 26 - Slide
6. Redekundig ontleden
Slide 27 - Slide
6. Redekundig ontleden
Slide 28 - Slide
6. Redekundig ontleden
Slide 29 - Slide
6. Redekundig ontleden
Slide 30 - Slide
6. Redekundig ontleden
Slide 31 - Slide
6. Redekundig ontleden
Slide 32 - Slide
Huiswerk
Slide 33 - Slide
Tekstdoelen
Slide 34 - Slide
Controleren
Ruil je opdrachten/huiswerk met je buurman/buurvrouw.
Verbeter waar nodig!
Slide 35 - Slide
Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
Je leert hoe je verschillende zinsdelen herkent in een zin.
Je leert welke doelen een schrijver kan hebben met de tekst.
Slide 36 - Slide
5. Taalkundig ontleden
Slide 37 - Slide
5. Taalkundig ontleden
Slide 38 - Slide
5. Taalkundig ontleden
Slide 39 - Slide
5. Taalkundig ontleden
Slide 40 - Slide
5. Taalkundig ontleden
Slide 41 - Slide
5. Taalkundig ontleden
Slide 42 - Slide
5. Taalkundig ontleden
Slide 43 - Slide
RTTI
R = Reproductie
Vragen op reproductieniveau zijn vragen waarbij de leerling zelf niets wezenlijks toe hoeft te voegen aan datgene wat hij geleerd heeft. Met deze vragen kan inzichtelijk gemaakt worden of de leerling de geleerde stof kan reproduceren. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen reproduceren van warenkennis, gereedschapskennis, een stappenplan of de werking van apparatuur.
Slide 44 - Slide
1 = Toepassingsgericht 1
Bij vragen en opdrachten op het niveau van toepassing 1 moet een leerling dat wat hij geleerd heeft kunnen toepassen in situaties die hij al geoefend heeft of in situaties die daar sterk op lijken. Op deze manier kan gekeken worden of de leerling de aangeleerde kennis – dat wil zeggen begrippen en stappenplannen – in deze situaties goed kan toepassen.
Slide 45 - Slide
T2 = Toepassingsgericht 2
Vragen op het niveau van toepassing 2 gaan een stapje verder dan vragen op het niveau van toepassing 1. De leerling moet op dit niveau in nieuwe situaties of contexten zelf kunnen bepalen welke (onderdelen van) stappenplannen of methodes hij moet gebruiken. Hij moet combinaties maken en verbanden leggen.
Slide 46 - Slide
I = Inzicht
De leerling krijgt geen methode, context of situatie aangeboden, maar alleen een vraagstuk. Hij moet zelf bepalen hoe hij het gaat aanpakken. De leerling heeft alleen de leerstof tot zijn beschikking om de vraag op te lossen. Hij laat zien dat hij vanuit verschillende, ook nieuwe, perspectieven kan denken.
Slide 47 - Slide
OK!
Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!