3a1 09/09 Lezen + ww-spelling

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Belangrijke zaken
  • Eerste toetsweek is in week 41 (begint 11-10)
  • Studieplanner
  • Vanaf volgende week elke les een leesboek mee
  • Zorg dat je altijd al je boeken + schrift bij je hebt
  • Mobiel ALTIJD in de telefoontas


Deze week
  • Leesvaardigheid h1 
  • Lesdoel:  "Ik begrijp wat vaste tekststructuren zijn en kan deze herkennen".
  • h1 werkwoordspelling 
  • Leesboek uitkiezen. Ga naar www.lezenvoordelijst.nl voor inspiratie en boekentips (of vraag het mij in de les).

Vandaag
  • Hw nabespreken: leesvaardigheid h1 opdracht 1 blz. 13 + 14 
  • Tekst 3 lezen + opdracht 2 en 3 maken blz. 15 tm/ 17 
  • werkwoordspelling dia-toets, minste fouten = chocoreep (van tony's chocolonely)
  • Indien tijd over beginnen we vast met het Tussenwerpsel (grammatica woordsoorten).

Let op: volgende week begin je aan een nieuw leesboek. Zorg dat je vanaf dan elke les je boek bij je hebt.

Slide 2 - Slide

Zelfstandig aan de slag      (20 min)
  • Open je boek op blz.16 § lezen h1. 
  • Lees in stilte tekst 3 en maak opdracht 2 en 3.  Alles wat je niet in 20 min af hebt = huiswerk.

Tip: check lezen voor de lijst om een nieuw boek te kiezen https://www.lezenvoordelijst.nl/docenten-12-15/niveau-1/
timer
20:00

Slide 3 - Slide

Werkwoordspelling

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Het stappenplan
Vraag 1: is het werkwoord een persoonsvorm? 
Vraag 2 indien het geen persoonsvorm is: voltooid deelwoord, infinitief, bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord.

Manieren om de persoonsvorm te vinden --> verander de zin van tijd (vt naar tt, of verander het onderwerp van meervoud naar enkelvoud, of andersom, maak de zin vragen).

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

             Aan de slag              (10 min)
  • Boek dicht
  • Vul de juiste vorm van de p.v.t.t. / p.v.v.t. / voltooid deelwoord of bijvoeglijke gebruikt werkwoord in. Let op de tijdsaanduiding die af en toe in het rood gemeld wordt.
  • Schrijf alle woorden volledig (je kijkt elkaar na)
  • Klaar? lees vast tekst 4 op blz. 18
Volgende week:
Leesvaardigheid opdracht 4 af.
IEDERE LES EEN LEESBOEK MEE
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Grammatica Woordsoorten: Tussenwerpsel blz. 32
Uitroepen (hé, oef, shit) en klanknabootsingen (klats; pangpang; kedeng kedeng, kedeng kedeng, ooeh, ooeh) heten tussenwerpsels (tw). Naar betekenis kun je de tussenwerpsels indelen in woorden …

van bevestiging en ontkenning: ja, jawel, nee;

van emotie (verbazing, schrik, pijn): au, ach, hoera, bah, foei, hèhè, oei;

van sociaal contact: hoi, houdoe, goedenavond, halt, sorry;

van klanknabootsing: miauw, waf, tok(toktok), brrr, plof, tuut(tuut).

Let op: woorden als miauwen, blaffen, kakelen en toeteren, die ook (dieren-)geluiden weergeven, zijn werkwoorden.

Slide 10 - Slide