Vraagwoorden

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

De vraag

Wie?

Wat?

Waar?

Wanneer?

Waarom?

WIE?

Wie is jouw juf?

Evelien

WAT?

Wat ga je doen?

Ik ga lezen.

WAAR?

Waar is juf Evelien?

Evelien is op school.

Waarom?

Waarom is Evelien op school?

Omdat ze les geeft.

WANNEER?

Wanneer heeft Evelien vakantie?

Vanaf zaterdag, 25 december.

Hoeveel? 

Hoeveel leerlingen zitten er in de klas?

Er zitten 12 leerlingen in de klas. 

Wie of wat?

Wie is dit?

1. Tom.
2. De pen.

Wat ga je eten?

1. Tineke.
2. De soep

Wie is blij vandaag?

1. Ik!
2. De tafel.

Wat ga je doen?

1. Voetballen.
2. 9 uur.

Wie zit op de stoel?

1. De kast.
2. Anja.

_______ is moe?

1. Wie?
2. Wat?

_____ doe je?

1. Wie?
2. Wat?

_____ moeten we doen?

1. Wie?
2. Wat?

______ is boos?

1. Wie?
2. Wat?

_____ moet ik schrijven in mijn schrift?

1. Wie?
2. Wat?

_____ poetst de tafel?

1. Wie?
2. Wat?

Wie ___ ____?

Wat ___ ____?

Waar, wanneer, waarom?

Wanneer ga je naar huis?

1. Nederland.
2. Omdat ik moe ben.
3. 8 uur.

Waar is het station?

1. Om 6 uur.
2. Hier, de eerste straat naar links.
3. Om hij ziek is.

Wanneer is de school klaar?

1. Omdat de juf boos is.
2. Om 3 uur.
3. Het station.

Waarom ben je moe?

1. Het ziekenhuis.
2. Omdat ik niet veel geslapen heb.
3. Maandag.

Waar ga je naartoe?

1. Naar huis.
2. Omdat ik honger heb.
3. Om 10 uur.

Wanneer is het weekend?

1. Overmorgen!
2. Omdat zij niet slapen.
3. Op school.

_________ ben je thuis? Om tien uur.

1. Waar
2. Wanneer
3. Waarom

_________ is het station?

1. Waar
2. Wanneer
3. Waarom

_________ is de juf boos? Omdat we spelen.

1. Waar
2. Wanneer
3. Waarom

___________ is de school?

1. Waar
2. Wanneer
3. Waarom

___________ is het vakantie? Over veel weken!

1. Waar
2. Wanneer
3. Waarom

___________ mogen we niet samen spelen? Door Corona.

1. Waar
2. Wanneer
3. Waarom

___________ is juf Julia?

1. Waar
2. Wanneer
3. Waarom

___________ hebben we de toets? Vrijdag!

1. Waar
2. Wanneer
3. Waarom

Waarom ____ ____?

Waar ____ ____?

Wanneer ____ _____?

Ik snap alles!

😒🙁😐🙂😃

Hoe was de les?

😒🙁😐🙂😃