Skills: Word Order and writing

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 4

Word Order

Contents

* Normale volgorde

* Bijwoorden van Frequency

Normale volgorde

Wie + doet + (met) wie/wat + waar + wanneer

1) Davy does his homemwork together with Dani at home on Tuesday.

2) Rosalie and Sanne read their books in the English lesson on Fridays.

Choose the correct sentence:

1. I do my homework every Tuesday at school.
2. I do my homework at school every Tuesday.

Choose the correct sentence:

1. She reads her book at home every day.
2. She reads her book every day at home.

Vertaal de zin:
Hij heeft op maandag een toets.

Translate the sentence:
Mijn broer speelt op Zondag Fornite.

Translate:
Jimmy ziet iedere dag zijn vriendin.

Bijwoorden van Frequency

always, never, often, sometimes, regularly, frequently, etc.

Komen altijd vóór het hoofdwerkwoord te staan

He always finishes work late.

She does not often do her homework.

Maar altijd achter de vorm van to be

He is never late to class.

Choose the correct sentence:

1. She is always late.
2. She always is late.

Choose the correct sentence:

1. He works often at home.
2. He often works at home.

Choose the correct sentence:

1. They never do their homework.
2. They do never their homework.

Translate the sentence:
Ik ga altijd naar school op maandag.

Translate:
James doet nooit zijn huiswerk op woensdag.

Translate:
Wij gaan soms naar de bioscoop.

INFORMEEL

Dear + naam, (Dear Bob, / Dear mum,)

TEXT

Kind regards,

Jouw naam

FORMEEL

Dear Mr./Mrs./Miss + achternaam,

(Dear Mr. Chantrel,)

Dear Sir/Madame,

INLEDING

BODY

AFSLUITING

Yours sincerely,

Jouw naam

Hoe begin je een nette brief gericht aan meneer Graaf?

Hoe begin je een brief aan je broer?

Hoe sluit je een formele brief netjes af?

Hoe sluit je een informele brief af?