paragraaf 3 Kosten en baten

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes ( telefoontas)
* Laptop dicht en op tafel.
* We starten vandaag met hd. 6 paragraaf 3 blz. 51
* We gaan zo beginnen ...........
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes ( telefoontas)
* Laptop dicht en op tafel.
* We starten vandaag met hd. 6 paragraaf 3 blz. 51
* We gaan zo beginnen ...........

Slide 1 - Slide

Hebben jullie nog vragen over huiswerk paragraaf 2

Slide 2 - Slide

Kosten en baten
gesproken uitleg

Slide 3 - Slide

Milieukosten
Bedrijfskosten (kosten voor een bedrijf)

Maatschappelijke kosten (kosten voor een samenleving)
  • worden niet doorberekend in de verkoopprijs
  • niet altijd in geld uit te drukken
  • hieruit volgen negatieve externe effecten
gesproken uitleg

Slide 4 - Slide

Goedkoop produceren
Zonder milieuregels
Afval dumpen
Geen kosten voor zuivering 
Hierdoor betere concurrentiepositie
Lagere prijzen

Slide 5 - Slide

Maatschappelijke kosten

Maatschappelijke kosten= de kosten van milieuvervuiling.

Nadeel voor samenleving. 

Voorbeeld: Fijnstof.



Slide 6 - Slide

Milieu vriendelijk produceren
Maatschappelijke baten (voordeel voor de samenleving)

Meer natuur, bijv. meer toerisme

Slide 7 - Slide

Oplossing Afval
Direct verwerken
Kost nu geld maar later nog veel meer

Slide 8 - Slide

Opdracht
Een glasfabrikant wil een nieuwe glasoven kopen. Er is keuze uit type 1 en type 2. De jaarlijkse afschrijvings- en onderhoudskosten zijn bij type 1 € 160.000 en bij type 2 € 180.000.

Type 2 is zuiniger met energie en dat scheelt € 2.000 per maand in de energiekosten. Bovendien is de uitstoot van broeikasgassen lager bij type 2.
Bereken of de fabrikant voor glasoven 1 of glasoven 2 kiest als hij niet let op de maatschappelijke kosten. Geef de berekening.

Slide 9 - Slide

Antwoord
Afschrijving en onderhoud voor type 1 zijn € 180.000 – € 160.000 = € 20.000 voordeliger dan type 2. 

Dat is minder dan de 12 × € 2.000 = € 24.000 extra energiekosten die je bij type 2 bespaart. De keuze in dit geval is voor type 2

Slide 10 - Slide

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

Wat is indexcijfer van jaar 2016?
(€ 2,78 : € 2,75)   x 100 = 101

Slide 11 - Slide

Huiswerk  Paragraaf 3
opdracht 7 tot met 10 
afgerond laten zien daarna sommen afronden

Slide 12 - Slide

Rosa gooit het afval van haar junkfoodmaaltijd uit haar auto op de parkeerplaats. Petter ruimt de poep van zijn hond niet op van de straat. Zo zijn er meer voorbeelden van milieuvervuiling die de overheid op kosten jagen. Want de straat moet schoongemaakt worden en dat kost geld.

Wie betaalt uiteindelijk de rekening van deze maatschappelijke kosten ?
A
de belastingbetalers
B
de kauwgomfabrikanten
C
de sigarettenfabrikanten
D
de vervuilers

Slide 13 - Quiz

Verbrandingsgassen hebben invloed op het klimaat. De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt, en droge en natte periodes worden extremer.
Wat is voor Nederland een nadeel?

A
De vervuiling neemt toe
B
Dijken moeten worden verhoogd
C
Meer natuurgebieden om water op te vangen
D
Meer genieten van mooi weer

Slide 14 - Quiz

Sleep naar de juiste plek.
Concurrentiepositie
Maatschappelijke baten (positieve externe effecten
Maatschappelijke kosten (negatieve externe affecten)
Beter/goedkoper produceren dan concurrenten
Voordelen van productie en consumptie voor de samenleving
Nadelen van productie en consumptie voor de samenleving

Slide 15 - Drag question

Wat zijn maatschappelijke kosten?
A
Die betaal je als je een auto koopt.
B
Een ander woord voor rente.
C
Kosten om afvalwater te verwijderen.
D
Een ander woord voor recycling.

Slide 16 - Quiz

Maatschappelijke kosten zijn
A
De kosten van de maatschappij
B
De kosten van vervuiling die door ons allemaal moeten worden betaald
C
De bedrijskosten - de omzet
D
Zo produceren dat het geen schade voor de omgeving oplevert

Slide 17 - Quiz