1ka 1kb oefen SO + vragen (dinsdag 11 okt)

Welkom 1k
  • Ga vast zitten volgens
    de plattegrond.
  • Pak je boek er alvast bij.


Vraag van de dag:
 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 1k
  • Ga vast zitten volgens
    de plattegrond.
  • Pak je boek er alvast bij.


Vraag van de dag:
 

Slide 1 - Slide

1. Vooruitblikken op het SO van komende donderdag.
2. Verder oefenen met persoonsvorm, onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
3. Bespreken wat we woensdag gaan doen.

In deze les gaan we

Slide 2 - Slide

  • Lees het hele artikel.
  • Schrijf vijf kernwoorden op
  • Aan de hand van deze kernwoorden kun je het artikelen kort navertellen.
Zoek op je iPad een krant op en kies een artikel uit om te lezen
timer
6:00

Slide 3 - Slide

1. Je hebt een nieuwsartikel naar keuze gelezen.
2. Je hebt je vragen over het SO kunnen stellen.
3. Je hebt nog even kunnen oefenen met pv, ow en wg.

De lesdoelen

Slide 4 - Slide

Werkwoordelijk gezegde (wg)
= alle werkwoorden in de zin.
Dus alle woorden die je kunt doen en die je kunt vervoegen.
'Het werkwoordelijk gezegde zegt wat er in de zin gebeurt.'

Ik ben mijn boeken vergeten.

Slide 5 - Slide

  • Mijn beste vriend werkt bij een fabriek.
  • Mijn beste vriend heeft bij een fabriek gewerkt.
  • Mijn beste vriend zou jaren lang bij een fabriek kunnen hebben gewerkt.
Het werkwoordelijk gezegde kan ook uit één werkwoord bestaan.

Slide 6 - Slide

Oefen SO

Oefen SO over:
H5
Grammatica Woordsoorten
§1, 3, 5 en 9

Verder met §9: ZD mixopdrachten

Het einde van de les
timer
20:00
wat?
klaar?
voor wanneer?
voor jezelf of in tweetallen

Slide 7 - Slide

Oefen SO
In tweetallen

Persoonsvorm (pv), onderwerp (ow) en werkwoordelijk gezegde (wg).
Kijk goed wat er van je wordt gevraagd.
Ben je klaar? Ga dan verder met paragraaf 9 (ZD: Mixopdrachten).


Slide 8 - Slide

Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu:

  • Aan welke twee zaken je een werkwoord kunt herkennen.
  • Waaruit het werkwoordelijk gezegde bestaat.
  • Hoe je het werkwoordelijk gezegde in een zin kunt vinden.

Slide 9 - Slide

1. Je hebt een nieuwsartikel naar keuze gelezen.
2. Je hebt je vragen over het SO kunnen stellen.
3. Je hebt nog even kunnen oefenen met pv, ow en wg.


De lesdoelen

Slide 10 - Slide