I know what grammatical tenses to study for the test and how to use these in sentences.
I know how to form the passive in English.
Slide 3 - Slide
Passive
Let's take a look at the first couple of sentences from exercise 10 (p 187).
a. As a vegetarian, I feel that I (word genomen) ... seriously only by other vegetarians.
First, decide which grammatical tense you should use.
This is a fact,thus you have to use the 'simple present'
simple present of 'to be' = am / are / is + past participle of 'to take'
am taken
Slide 4 - Slide
Check vocabulary knowledge
Go to app.formative.com
Guest code: DJCE7B
Make the formative test about study box unit 5 lesson 1
Work alone! No talking! Don't use your book!
Slide 5 - Slide
Objectives lesson 2
1. Je kunt de woorden NL-EN uit deze les gebruiken.
2. Je kent de betekenis van de woorden EN-NL uit deze les.
3. Je kunt woorden die contrast tussen twee zinnen aangeven gebruiken.
4. Je kunt de passieve vorm in het Engels gebruiken.
Slide 6 - Slide
Grammar: passive
Quick overview
lijdende vorm
de focus ligt niet op wie wat doet, maar op wat er gedaan wordt
Het boek wordt dit weekend gepubliceerd.
Slide 7 - Slide
Passive
Het eerste wat je moet onthouden --> de passive bestaat altijd uit:
een vorm van 'to be' + voltooid deelwoord
voltooid deelwoord = werkwoord + ed / onregelmatig
Let op! Je gebruikt nooit 'get' + volt dw voor de passive.
Dit wordt in de praktijk wel vaak gedaan:
The house got destroyed by a tornado.
Dit is grammaticaal niet goed en wordt dus niet goedgekeurd. Het moet zijn:
The house was destroyed by a tornado.
Slide 8 - Slide
Passive
je kunt de passive in elke grammaticale tijd gebruiken. 'to be' wordt vervoegd volgende de regels van de tijd:
simple present - am / are / is
simple past - was / were
present perfect - has been
past perfect - had been
future - will be
Slide 9 - Slide
Passive
met de kennis die je hebt van de grammaticale tijden, kies je voor de juiste vorm van de passive:
simple present: gewoontes / feiten
simple past: afgesloten gebeurtenissen
present perfect: in het verleden begonnen en nog bezig
past perfect: afgesloten voordat iets anders gebeurde
future: gaat nog gebeuren
Slide 10 - Slide
Passive
Maar hoe weet je nu of de zin in de passive staat / moet staan?
Je moet je afvragen: Is het onderwerp van de zin degene die iets doet (active) of wordt er iets met het onderwerp gedaan (passive)?
Slide 11 - Slide
Passive
Bijvoorbeeld:
The students are studying for their important test.
onderwerp = the students
Zijn de leerlingen aan het studeren of worden de leerling bestudeerd?
De leerlingen 'doen' het studeren, deze zin is dus active ('normaal')
Slide 12 - Slide
Passive
Bijvoorbeeld:
That book is read by this teacher every year.
onderwerp = that book
Is het boek aan het lezen of wordt het boek gelezen?
Het boek wordt gelezen, deze zin is dus passive.
Slide 13 - Slide
Passive
Of je wel of niet erbij zet door wie iets gedaan wordt, hangt er vanaf of dit belangrijk is voor de context van de zin.
The parcel will be delivered tomorrow.
I was given this book by my brother.
Slide 14 - Slide
Passive
In het Nederlands wordt de meewerkend voorwerpsvorm gebruikt aan het begin van een lijdende zin: - Ons was verteld dat we niet hoefden te komen. - Mij is gevraagd te helpen bij dit project.
In het Engels gebruiken we hier gewoon het persoonlijk voornaamwoord: - We had been told that we didn't have to come. - I have been asked to help with this project.
Slide 15 - Slide
Passive
In het Nederlandse zijn er vaak lijdende zinnen beginnend met 'er': - Er wordt gezegd dat mensen steeds ouder worden. - Er is veel gedaan om dit probleem te verhelpen.
Je kunt 'er' in deze gevallen nooit vertalen met 'there'.
Afhankelijk van hoe de zin is opgebouwd kun je dit vertalen met een zin beginnend met 'it', of een ander woord in de zin gebruiken als onderwerp: - It is said that people get older and older. - A lot has been done to prevent this problem.
Slide 16 - Slide
Passive
b. Vegetarianism (wordt beschouwd als) ... a health issue by some because of a possible viatamin B12 deficit.
First, decide which grammatical tense you should use.
This is a fact,thus you have to use the 'simple present'
simple present of 'to be' = am / are / is + past participle of 'to consider'
is considered
Slide 17 - Slide
Passive
c. However, I think that there are so many dishes that (kan worden bereid) ... with beans, eggs or dairy....
There is an auxiliary, namely 'can'
In this case, you will have to use the auxiliary in combination with the complete form of 'to be'
+ past participle of 'to prepare'
can be prepared
Slide 18 - Slide
Passive
c. ...... that this (hoeft niet te worden beschouwd) ... as a problem.
There is an auxiliary, namely 'don't have to'
In this case, you will have to use the auxiliary in combination with the complete form of 'to be'
+ past participle of 'to see'
doesn't havee to be seen
Slide 19 - Slide
Passive
d. I have (is verteld) ... that there are many vegetarian options in South American food.
First, decide which grammatical tense you should use.
This is a past tense, without a time indication, thus you have to the present perfect
present of 'to be' = have / has been + past participle of 'to tell'
been told
Slide 20 - Slide
Passive
Now, do the rest of exercise 10.
Work together in pairs.
3 minutes
timer
3:00
Slide 21 - Slide
Passsive
e. were made
f. can be served
g. had been warned, weren't regarded
h. must be emphasised / has to be emphasised
Slide 22 - Slide
Passive
Any questions at this point?
Do the assignment from your Student's book (11, p. 187-188) to practise the passive.
Check your work when you're done
If you come across any difficulties, let me know!
Slide 23 - Slide
What to do?
Follow week task
On Thursday we will take a look at the vocabulary extra exercises (8, 9) together.
To do: exercise 1-11 + Test Yourself
Study: study box lesson 5.2 En-Du + Du-En
Slide 24 - Slide
Today...
... we've checked the vocabulary of lesson 5.1
...we've discussed the passive
Slide 25 - Slide
Next class...
...we will look at vocabulary extra
... you will have time to continue working on your week task