- Bespreken wat je moet kennen en kunnen voor de toets
- Het woordsoortenschema verder invullen
- Werken aan de extra opdrachten en de Test jezelfs (nieuwe woord :)) van 1.7, 2.7, 1.8 en 2.8.
In hulpgroepjes uitleg over bepaalde onderdelen.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 13 slides, with text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoi! Vandaag...
- Bespreken wat je moet kennen en kunnen voor de toets
- Het woordsoortenschema verder invullen
- Werken aan de extra opdrachten en de Test jezelfs (nieuwe woord :)) van 1.7, 2.7, 1.8 en 2.8.
In hulpgroepjes uitleg over bepaalde onderdelen.
Slide 1 - Slide
1.7 Grammatica zinsdelen
Je kunt:
Zinnen ontleden met een vaste volgorde (zie het stappenplan dat je van HKS hebt gekregen!)
Een samengestelde zin herkennen en de hoofd- en de bijzin eruit halen.
Slide 2 - Slide
1.8 Grammatica woordsoorten
Je kunt:
Je kent de woordsoorten (zie het schema dat je van HKS hebt gekregen!). Hww, zww en kww hoeven niet!
Je kunt de werkwoordstijd van een zin bepalen, ook in de toekomende tijd. Let op! Je moet dit ook omgekeerd kunnen. (Zie de aantekeningen van HKS (werk volgens de stappen!) en de LessonUp over de tijden).
Slide 3 - Slide
2.7 Grammatica zinsdelen
Je kunt:
Aangeven wat een nevenschikking is (leer de voegwoorden!)
Aangeven wat een onderschikking is (leer de voegwoorden!)
Een wederkerend werkwoord herkennen en benoemen.
Slide 4 - Slide
2.8 Grammatica woordsoorten
Je kunt:
Het wederkerend werkwoord, het wederkerend voornaamwoord en het wederkerig voornaamwoord benoemen (zie ook het schema dat je van HKS hebt gekregen).
Telwoorden benoemen (dus ook onbepaald, bepaald, rangtelwoord en hoofdtelwoord).
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wederkerend werkwoord
Ga naar paragraaf 2.7 (blz. 133 in je boek).
Lees de leertekst en vul in het schema de kenmerken van een wederkerend werkwoord in.
Geef ook een paar voorbeelden.
Slide 7 - Slide
Wederkerend voornaamwoord
Ga naar paragraaf 2.8 (blz. 138 in je boek).
Lees de leertekst en vul in het schema de kenmerken van een wederkerend voornaamwoord in.
Geef ook een paar voorbeelden.
Slide 8 - Slide
Wederkerig voornaamwoord
Ga naar paragraaf 2.8 (blz. 139 in je boek).
Lees de leertekst en vul in het schema de kenmerken van een wederkerig voornaamwoord in.
Geef ook de twee voorbeelden.
Slide 9 - Slide
En dan nu...
- Werken aan de extra opdrachten en de Test jezelfs (nieuwe woord :)) van 1.7, 2.7, 1.8 en 2.8.
- In hulpgroepje bij HKS
Slide 10 - Slide
Hulpgroepje 1 - Ontleden
Danique, Daniëlla, Ruben, Sophie, Chris, Mahamed, Thomas M.