les 11

les 11
woordenschat
1 / 16
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

les 11
woordenschat

Slide 1 - Slide

Ik wil een langere schooldag
Kinderen moeten tot vijf uur naar school gaan. Waarom? Door langere lestijden leren kinderen meer, worden ze slimmer en het houdt je van de straat.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Naast wie kan ik zitten
Het maakt niet uit waar ik zit.
Ik ben overal wel tevreden mee.
Het maakt niet uit naast wie ik zit

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Flexibel is het tegenovergestelde van...
A
star
B
beleefd
C
soepel
D
buigzaam

Slide 8 - Quiz

Welk woord past bij:
de toespraak - afwijzen - overhalen
A
punt
B
circa
C
rede
D
het pleidooi

Slide 9 - Quiz

Welk woord hoort niet bij 'de opbrengst?
A
de collecteren
B
uitgeven
C
verdienen
D
geld

Slide 10 - Quiz

Wat goed dat jij geld geeft aan een goed doel.
A
Respecteren
B
minachten

Slide 11 - Quiz

Hij helpt nooit andere mensen. Hij denkt alleen maar aan zichzelf.
A
respecteren
B
minachten

Slide 12 - Quiz

Wat is een ander woord voor 'de rede'?
A
het detail
B
de toespraak
C
het argument
D
de waardering

Slide 13 - Quiz

Wat is een ander woord voor 'circa'?
A
precies
B
nauwkeurig
C
exact
D
ongeveer

Slide 14 - Quiz

Flexibel is het tegenovergestelde van...
A
star
B
beleefd
C
soepel
D
buigzaam

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
Verwerken taal week 3 les 11a en 11b
timer
1:00

Slide 16 - Slide