1h Chapitre 5 les 10 1Q

B
O
N
J
O
U
R


1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

B
O
N
J
O
U
R


Slide 1 - Slide

Programme
Slim stampen 10 min
Révision bron G
Corriger exercice 28
Explication bron H 
Travail individuel / Corriger F


Slide 2 - Slide

Hoe ziet jouw zus eruit?
A
Ton soeur est comment?
B
Ta soeur est comment?
C
Ta soeur comment est?
D
Ton frère es comment?

Slide 3 - Quiz

Zoek de tegenovergestelden
drôle
content(e)
calme
sympa
sérieux
méchant(e)
Triste
actif

Slide 4 - Drag question

Hij is klein
A
Il est grand
B
Il est de taille moyenne
C
Il est petit

Slide 5 - Quiz

Zij is groot
A
Elle est petite
B
Elle est grande
C
Elle est de taille moyenne

Slide 6 - Quiz

les cheveux
les yeux
bleu
noir
les lunettes
marron
de ogen
bruin
de bril
het haar
blauw
zwart

Slide 7 - Drag question

Elle a les yeux marron
A
zij heeft grijze ogen
B
zij heeft bruine ogen
C
hij heeft blauwe ogen
D
hij heeft groene ogen

Slide 8 - Quiz

Hoe zeg je 'hij heeft bruin haar'?
A
Il a les cheveux bruns
B
Il a les cheveux roux
C
Il a les cheveux noirs
D
Il a les cheveux gris

Slide 9 - Quiz

Corriger exercice 28


Je m'appelle Romain / Je m'appelle Yasmine
J'ai treize / j'ai douze ans
J'habite à Lille / j'habite à Lyon
Je suis calme est sportif / Je suis drôle mais aussi timide
J'aime le foot / j'aime le tennis
J'ai les cheveux bruns / J'ai les cheveux noirs
J'ai les yeux verts / J'ai les yeux bleus
J'ai un chat, Minou / J'ai un chien, Narco

Slide 10 - Slide

Grammaire Bloc H
Wat is in deze zinnen het bijvoeglijk naamwoord?

Hij is groot - Het huis is mooi -  Een groen T-shirt
Il est grand - La maison est belle - Un t-shirt vert

Slide 11 - Slide

Grammaire Bloc H
Wat is in deze zinnen het bijvoeglijk naamwoord?

Hij is groot - Het huis is mooi -  Een groen T-shirt
Il est grand - La maison est belle - Un t-shirt vert

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Slide

Grammaire Bloc H
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord 

Waarom wordt bleu (blauw) op 4 verschillende manieren geschreven?

Maxime porte un jeun bleu.
Maxime porte une ceinture bleue.
Maxime détestent les jeans bleus.
Maxime adorent les ceintures bleues.

Slide 13 - Slide

Grammaire Bloc H
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord 

Waarom wordt bleu (blauw) op 4 verschillende manieren geschreven?
Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord 


Maxime porte un jeun (m ev) bleu. 
Maxime porte une ceinture (v ev) bleue.
Maxime détestent les jeans ( m mv) bleus.
Maxime adorent les ceintures (v mv) bleues.

Slide 14 - Slide

Grammaire bloc H
Het bijvoeglijknaamwoord past zich aan aan het zelfstandignaamwoord. 


Il est petit
Elle est petite
Ils sont petits
Elles sont petites

Slide 15 - Slide

Le prof est ______(méchant=gemeen)
A
méchant
B
méchante
C
méchants
D
méchantes

Slide 16 - Quiz

Les frères sont ______(content=blij)
A
content
B
contente
C
contents
D
contentes

Slide 17 - Quiz

J'ai une tente _____(vert=groen)
A
vert
B
verte
C
verts
D
vertes

Slide 18 - Quiz

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
Rood = rouge

Il a un sac à dos _______
Il a une tente _______
Il a des sac à dos _______
Il a des  tentes _________

Slide 19 - Slide

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
Rood = rouge

Il a un sac à dos rouge
Il a une tente  rougee
Il a des sacs à dos rouges
Il a des  tentes rougees
Dus; als het bijv nw al eindigt op een -e komt er geen extra e bij.

Slide 20 - Slide

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
grijs = gris

Il a un sac à dos _______
Il a une tente _______
Il a des sac à dos _______
Il a des  tentes _________

Slide 21 - Slide

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
grijs = gris

Il a un sac à dos gris
Il a une tente  grise
Il a des sacs à dos griss
Il a des tentes grises
Dus; als het bijv nw al eindigt op een -s komt er geen extra s bij.

Slide 22 - Slide

Grammaire Bloc H
Samenvatting
Let op: 
un T-shirt orange
une robe orange (geen extra E)

un T-shirt gris
des T-shirts gris (geen extra S)

Slide 23 - Slide

Travail individuel
  • Corriger 24,25,
  • Faire exercices: 30, 31
  • Faire: Kleur de woordenlijst                                                                     mnl woorden: blauw , vrl woorden rood, w.w. -er groen
  •  Apprendre: De zinnen van bloc G herhalen





Slide 24 - Slide