Typisch Nederlands voorbeeld:
VERLANDING
- waterplanten groeien in ondiepe meren
- meertjes raken gevuld met humus
- riet groeit vanaf oevers steeds verder meertjes in
- drogere 'verlandingsvegetatie' langs oevers met eerst riet
- steeds grotere stukken bodem stevig en voedselrijk genoeg voor bos