What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3.1/3.3 Verhoudingsformules van zouten
3.1/3.3 Verhoudingsformules van zouten
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
20 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3.1/3.3 Verhoudingsformules van zouten
Slide 1 - Slide
Deze les
Herhalen voorkennis zouten
Maken 3.1 vragen 3, 6, 9, 15, 22
Uitleg samengestelde ionen
Maken 3.3 vragen 26+27 + 4x dobbelen
Uitleg dubbelzouten
Maken 3.3 vragen 35, 36, 45
Slide 2 - Slide
Zouten
Combinatie van metaal- en niet-metaalatoom.
Wordt gevormd doordat metaalatoom elektron(en) weggeeft aan niet-metaalatoom.
Hierdoor worden geladen deeltjes gevormd:
ionen
.
Slide 3 - Slide
Ionen
Neutraal atoom heeft gelijk aantal protonen (+) en elektronen (-).
Ion heeft afwijkend aantal
elektronen
, waardoor een geladen deeltje ontstaat.
Metaalatomen vormen positief geladen ionen, doordat ze elektronen weggeven, b
ijv. Na
+
en Ca
2+
.
Niet-metaalatomen vormen negatieve ionen, bijv. Cl
-
en O
2-
.
Ladingen te vinden in
Binas tabel 40A,
soms te voorspellen met elektronenconfiguratie.
Slide 4 - Slide
Verhoudingsformules
De formule van een zout wordt de
verhoudingsformule
genoemd (dus geen molecuulformule!).
Deze formule geeft de verhouding weer tussen de ionen.
De lading van de ionen bepaald de verhouding: een zout heeft geen netto lading (evenveel + als - lading).
Ladingen kun je vinden in
Binas 40A
.
Slide 5 - Slide
Voorbeeld 1: keukenzout
Keukenzout is de
triviale naam
voor de rationele (=chemische) naam van natriumchloride (
Binas 66A
).
Bestaat uit natriumionen en chloride-ionen.
Na
+
en Cl
-
(
Binas 40A
)
Netto lading 0, dus van beide 1 nodig.
Verhoudingsformule = NaCl
Slide 6 - Slide
Voorbeeld 2: koper(I)sulfide
Koper(I)ionen en sulfide-ionen.
Cu
+
en S
2-
(
Binas 40A
)
Netto lading 0, dus 2 Cu
+
nodig en 1 S
2-
Verhoudingsformule = Cu
2
S
Koperionen kunnen 1+ en 2+ zijn. Het Romeinse cijfer geeft de lading aan, zodat je weet welk ion aanwezig is.
Slide 7 - Slide
Voorbeeld 3: aluminiumoxide
Aluminiumionen en oxide-ionen.
Al
3+
en O
2-
(
Binas 40A
)
Netto lading 0, dus 2 Al
3+
(6+ totaal) nodig en 3 O
2-
(6- totaal)
Verhoudingsformule = Al
2
O
3
Slide 8 - Slide
Naamgeving zouten
Eerste ion krijgt naam van atoomsoort.
Als metaal-ion verschillende ladingen kan hebben, geef je erachter met Romeinse cijfers aan welk ion wordt bedoeld.
Als het metaal-ion altijd dezelfde lading heeft, gebruik je
geen
Romeins cijfer.
Tweede ion krijgt uitgang -ide.
Bijv. natriumchloride of ijzer(II)chloride
Slide 9 - Slide
Voorbeeld 1
Gegeven verhoudingsformule: K
2
O
In
Binas 40A
beide ionen opzoeken: K
+
en O
2-
Kaliumion is altijd 1+, dus geen Romeins cijfer nodig.
De naam is dus
kaliumoxide
.
Slide 10 - Slide
Voorbeeld 2
Gegeven verhoudingsformule: Hg
2
O
In
Binas 40A
beide ionen opzoeken: Hg
+
of Hg
2+
en O
2-
In de verhoudingsformule staan 2 kwikionen en 1 oxide-ion.
1 Oxide-ion = 2-, dus moet er 2+ zijn (netto lading = 0).
2 x Hg
+
= 2+
De naam is dus
kwik(I)oxide
.
Slide 11 - Slide
Even oefenen
Maken 3.1 vragen 9, 15, 22
Klaar? Ook vragen 3+6.
Slide 12 - Slide
Samengestelde ionen
De ionen die bestaan uit slechts 1 atoomsoort, noem je
enkelvoudige ionen
, bijv. Na
+
of O
2-
.
Ladingen vind je in
Binas 40A
.
De ionen die bestaan uit meer dan 1 atoomsoort, noem je
samengestelde ionen
, bijv. NH
4
+
of CO
3
2-
.
Formules vind je in
Binas 66B
.
!! Het
hydroxide-ion
moet je uit je hoofd leren: OH
-
.
Slide 13 - Slide
Voorbeeld 1: calciumcarbonaat
Bestaat uit calciumionen en carbonaat-ionen.
Ca
2+
en CO
3
2-
(
Binas 40A/66B
)
Netto lading 0, dus van beide 1 nodig.
Verhoudingsformule = CaCO
3
Slide 14 - Slide
Voorbeeld 2: calciumhydroxide
Bestaat uit calciumionen en hydroxide-ionen.
Ca
2+
en OH
-
(
Binas 40A, OH
-
zelf leren
)
Netto lading 0, dus 1 Ca
2+
nodig en 2 OH
-
.
Verhoudingsformule = Ca(OH)
2
Haakjes zijn nodig, omdat je zowel de O als de H 2x wilt.
Slide 15 - Slide
Ionen met zwavel
Sulfide-ion : S
2-
Sulfaat-ion : SO
4
2-
Sulfiet-ion : SO
3
2-
Slide 16 - Slide
Even oefenen
4x dobbelen + verhoudingsformule opschrijven
Maken 3.3 vragen 26 + 27
Slide 17 - Slide
Dubbelzouten
Een 'normaal' zout bestaat uit 1 positief en 1 negatief ion.
Sommige zouten bestaan uit meer dan 1 positief en 1 negatief ion, de zogenaamde
dubbelzouten
.
Bijvoorbeeld kobaltblauw: CoAl
2
O
4
De lading van de kobaltionen kun je afleiden (Co
+
of Co
2+
).
2 Al
3+
= 6+ en 4 O
2-
= 8-, dus moet 1 Co 2+ zijn (netto lading 0)
Slide 18 - Slide
Wat is de lading van de koperionen in azuriet?
Slide 19 - Slide
Even oefenen
Maken 3.3 vragen 35, 36, 45
Slide 20 - Slide
More lessons like this
3.3 Verhoudingsformules van zouten
August 2022
- Lesson with
29 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
3.1/3.3 Verhoudingsformules van zouten
January 2023
- Lesson with
27 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4.1 Verhoudingsformules van zouten
March 2023
- Lesson with
25 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Zouten: verhoudingsformules 2
March 2023
- Lesson with
25 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4.1 Verhoudingsformules van zouten
February 2020
- Lesson with
29 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
1.4 Zouten
September 2023
- Lesson with
17 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
1.4 Zouten
August 2022
- Lesson with
25 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
3.1 Zouten
January 2023
- Lesson with
27 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4