‘Beste vriendin!
Ik moet het herhalen: het bevalt me helemaal niet dat je je overal en altijd met de heer Jacob Brunier vertoont. Wat moeten de mensen toch van je denken? Het beste is nog dit: dat je je keuze al bepaald hebt. Zou je wel willen, Saartje, dat men je voor sukkel houdt? Want dat moet een meisje wel zijn dat omgaat met zo’n onbeduidende jongmens, als al die Bruniers zijn? Een opmerking nog: pas op dat de stroom van wereldse vermaken niet al te sterk aanzwelt. Een springvloed, Saartje, kan zeer veel schade veroorzaken en je kan erop rekenen dat die je in zijn bruisende vaart niet weg zal voeren van de afgrond waarlangs je zo luchtig trippelt!
Altijd je vriendin, A. Willis’
Brief 46: Mejuffrouw Anna Willis aan mejuffrouw Sara Burgerhart