What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grieks Athematische werkwoorden
athematische werkwoorden
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
athematische werkwoorden
Slide 1 - Slide
Thematische werkwoorden
klinker tussen stam en uitgang (= themavocaal)
eindigen in de woordenlijst op ω of ομαι
mogelijk: verba contracta
Slide 2 - Slide
Er bestaan dus ook "athematische werkwoorden". Wat hebben deze werkwoorden blijkbaar níet?
Slide 3 - Open question
Athematische werkwoorden
geen klinker tussen stam en uitgang
eindigen in de woordenlijst op μι of μαι
wel: praesensreduplicatie/praesensversterking
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Betekenis meest voorkomende athematische werkwoorden
δείκνυμι aantonen
ἵστημι laten staan, stellen
ἵημι zenden
τίθημι plaatsen
δίδωμι geven
Vaak in samenstellingen
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
uitgangen imperfectum
ν
ς
μεν
τε
σαν
ἐδεικνυν
ἐδεικνυς
ἐδεικνυ
ἐδεικνυμεν
ἐδεικνυτε
ἐδεικνυσαν
Slide 10 - Slide
De uitgangen van het imperfectum bij de athematische werkwoorden zijn hetzelfde als
A
de thematische aoristus
B
de sigmatische aoristus
C
de stamaoristus
D
de pseudo-sigmatische aoristus
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Koppel de Griekse vorm aan de juiste vertaling.
stellen, laten staan
zeggen
tonen, laten zien
geven
zenden, laten gaan
plaatsen
τίθημι
δείκνυμι
ἴστημι
δἰδωμι
ἵημι
φήμι
Slide 17 - Drag question
Welke Griekse letter helpt bij het bepalen met welke ειμι je te maken hebt?
A
ε
B
ι
C
μ
D
geen enkele, gewoon gokken
Slide 18 - Quiz
Wat is een juiste vertaling voor εῖ?
A
jij gaat
B
hij is
C
jij bent
D
hij gaat
Slide 19 - Quiz
Wat is een juiste vertaling voor εῖσιν?
A
zij gaan
B
zij waren
C
zij gingen
D
hij gaat
Slide 20 - Quiz
De τι in τιθημι heet
A
praesensversterking
B
athematische reduplicatie
C
komt alleen voor bij de PV
D
staat er ook in het futurum
Slide 21 - Quiz
Bij een athematisch werkwoord trekt de stam samen met de uitgang.
A
waar
B
onwaar
Slide 22 - Quiz
Werkwoord εἰμι = zijn
ik ben
wij zijn
jij bent
jullie zijn
hij/zij/het is
zij zijn
ἐστε
ἐσμεν
εἰσιν
εἰμι
ἐστιν
εἰ
Slide 23 - Drag question
Werkwoord εἰμι = zijn
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
ἠτε
ἠμεν
ἠσαν
ἠ(ν)
ἠν
ἠσθα
Slide 24 - Drag question
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Grieks werkwoord rijtje eimi met impf
December 2021
- Lesson with
11 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
ARGO 3.6 en 3.8 praesens en imperfectum van εἰμί
March 2022
- Lesson with
13 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Pallas les8
May 2020
- Lesson with
12 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Pallas les 8
May 2024
- Lesson with
12 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
IRE + vertaling tekst 18 Via Latina
January 2021
- Lesson with
34 slides
Latijn
Secundair onderwijs
D-toets imperfectum + woorden 8
March 2021
- Lesson with
33 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Ire & fieri
January 2023
- Lesson with
14 slides
Latijn
Secundair onderwijs
ARGO les 12
October 2023
- Lesson with
27 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2