Extra oefeningen

Planning
  • Grenswaarde check
  • Evenwichten -> wat moet je hier bij doen? 
  • Checkvraag over de stof
  • Wie kan het snelst alles oplossen? 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning
  • Grenswaarde check
  • Evenwichten -> wat moet je hier bij doen? 
  • Checkvraag over de stof
  • Wie kan het snelst alles oplossen? 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Uitwerking
15 x 2 = 30 L --> 0,03 m
0,03 m3 x 7 mg/m3 = 0,21 mg
0,21 / 70 = 3 x 10-3 mg/kg  
                      3 x 10-6 ug/kg 

Slide 3 - Slide

Extra oefeningen
Evenwichten 
Reactiewarmte berekenen / botsende deeltjes / evenwichten

Slide 4 - Slide

Opgave evenwichten
In een reactievat van 10,0 L worden bij een bepaalde temperatuur en druk 2,0 mol stikstof en 4,0 mol waterstof gebracht. Na het instellen van het evenwicht blijkt er 1,0 mol ammoniak zijn ontstaan.

Slide 5 - Slide

Rekenen aan evenwichten
Werken met de BOE en BOEC tabel:

H2
N2
NH3
Begin
4,0 mol
2,0 mol
0 mol
Omzetting
Evenwicht
1,0 mol
Concentratie
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)

Slide 6 - Slide

Rekenen aan evenwichten
Werken met de BOE en BOEC tabel:

H2
N2
NH3
Begin
4,0 mol
2,0 mol
0 mol
Omzetting
- 3 * 0,5 mol
- 1 * 0,5 mol 
+ (2 * 0,5 mol)
Evenwicht
1,0 mol
Concentratie
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)

Slide 7 - Slide

Rekenen aan evenwichten
Werken met de BOE en BOEC tabel:

H2
N2
NH3
Begin
4,0 mol
2,0 mol
0 mol
Omzetting
- 1,5 mol
- 0,5 mol 
+ (2 * 0,5 mol)
Evenwicht
2,5 mol 
1,5 mol 
1,0 mol
Concentratie
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)

Slide 8 - Slide

Rekenen aan evenwichten
Werken met de BOE en BOEC tabel:

H2
N2
NH3
Begin
4,0 mol
2,0 mol
0 mol
Omzetting
- 1,5 mol
- 0,5 mol 
+ (2 * 0,5 mol)
Evenwicht
2,5 mol 
1,5 mol 
1,0 mol
Concentratie
2,5 mol / 10 L = 0,25 mol/L
1,5 mol / 10 L = 0,15 mol/L
1,0 mol / 10 L = 0,10 mol/L 
3H2(g)+N2(g)2NH3(g)

Slide 9 - Slide

Methanol produceren
Methanol kan worden geproduceerd door koolfstofmono-oxide te laten reageren met waterstof. Dit is een evenwichtsreactie.
1. Geef de reactievergelijking

Slide 10 - Slide

CO (g) + 2 H2 (g) <-> CH3OH (g)
2. Bereken de reactiewarmte voor deze vorming van methanol per mol waterstof. 
3. Leg met het botsende deeltjes model uit wat het effect zou zijn van de reactie wanner de temperatuur wordt verhoogd. 

Slide 11 - Slide

CO (g) + 2 H2 (g) <-> CH3OH (g)
2. Delta E = (+1,105 + 2 x 0 + -2,39) x 105 = -1,285 x 105 J
-1,285 x 105 / 2 = -6,43 x 104 J/mol H2

3. Door de hogere temperatuur botsen de moleculen vaker én harder, dus zijn er meer effectieve botsingen. Daardoor is de reactiesnelheid groter en stelt het evenwicht zich sneller in. 

Slide 12 - Slide

CO (g) + 2 H2 (g) <-> CH3OH (g)
De producent laat een fijne nevel van waterdruppeltjes door de reactor naar beneden dalen. Hierbij lost het methanol op in de nevel.

5. Leg op microniveau uit waarom methanol goed oplosbaar is in water. 
6. Leg uit wat de behandeling met de nevel doet met het evenwicht. 

Slide 13 - Slide

CO (g) + 2 H2 (g) <-> CH3OH (g)
De producent laat een fijne nevel van waterdruppeltjes door de reactor naar beneden dalen. Hierbij lost het methanol op in de nevel.

5. Methanolmoleculen hebben OH-groepen en kunnen dus waterstofbruggen vormen met watermoleculen
6. Doordat het methanol oplost in water, wordt het onttrokken aan het evenwicht. Omdat er aan de rechterkant van het evenwicht methanol wordt onttrokken, wordt het evenwicht aflopend naar rechts. 

Slide 14 - Slide

Reactiewarmte berekenen spel!!
Het stencil

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide