- Ik kan variëren in volume, tempo, toonhoogte en duidelijk articuleren om mijn spreekbeurt levendig te maken.
- Ik weet hoe ik oogcontact met het publiek kan maken.
- Ik weet hoe ik een passende gezichtsuitdrukking kan aannemen.
- Ik kan gebaren tijdens mijn spreekbeurt inzetten om mijn verhaal te verduidelijken.