Waar of niet waar? - hoofdstuk 6
1. Merrick is meer een kind dan een man, door zijn gedrag en wat hij weet.
2. Merrick gaat met de bus naar het theater.
3. Hij zit verstopt achter 3 zusters in de koninklijke loge.
4. Ze gaan naar een tragisch toneelstuk.
5. Merrick denkt dat het toneelstuk echt is.