Le 20 avril (A3F)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Les vacances ..

Le programme

- Voca 3 geleerd?

- Uitleg persoonlijk voornaamwoord met nadruk

- Maken leçon 4

- Toets teruggeven

Voca 3

• Persoonlijk voornaamwoord met nadruk

mij, ik	moi
jou, jij	toi
hem, hij	lui
haar, zij	elle
ons, wij	nous
jullie, u	vous
hen, zij (m)	eux
hen, zij (v)	elles

Zet de persoonlijke voornaamwoorden (met nadruk) op de juiste vertaling, sleep blauw over rood: 

hem, hij

mij, ik

ons, wij

jou, jij

haar, zij

jullie, u

hen, zij (m mv)

hen, zij (v mv)

moi

toi

lui

elle

nous

vous

eux

elles

Persoonlijk voornaamwoord met nadruk
....., il regarde un film.

1. Moi
2. Elle
3. Lui
4. Nous

welke persoonlijk voornaamwoord met nadruk hoort bij "ils"

1. lui
2. elle
3. eux
4. elles

Welk psv met nadruk?
....., tu es le meilleur.

1. moi
2. toi
3. lui
4. elle

Maintenant

-maken leçon 4 WB opdr 35, 37, 39, 41 en 42 

Teruggave toets

Pas de devoirs!

Bonnes vacances!